24-25 augustus: L'Epine - Bouillon, 6,35 km
Maandag was een relatieve rustdag want ik had maar 5 km te gaan tot Bouillon. In L’Epine wordt de toeristische infrastructuur uitgebouwd, ik passeerde er al meteen een splinternieuwe hangbrug over de Semois.
Onderweg passeerde ik de 'Abbaye Cistercienne-Trappiste Notre-Dame de Clairefontaine', een abdij voor vrouwen gesticht in 1845 door de abdij van Orval. De abdij was gesloten op maandag, maar als je aanbelde kon je de kerk bezoeken.
In 2017 was er onenigheid tussen zusters die een eed van stilte hadden gezworen en anderen die ook sociaal werk deden. Volgens Ruben, mijn tuingastheer van 23 augustus, verlieten de stiltezusters de gemeenschap en leven er nu nog maar een tiental zusters. Volgens Wikipedia werd heel de abdij gesloten, maar ik denk dat Ruben gelijk heeft, want achter sommige raampjes zag ik beweging.
Omdat de campings in Bouillon vrij ver buiten de stad liggen, probeerde ik in de jeugdherberg te overnachten, maar wegens Covid kunnen solitaire reizigers daar niet meer aan een redelijke prijs terecht. Ik had een kamer van 10 voor mij alleen moeten nemen. Kostprijs: 100€, veel duurder dan een hotel. Mijn raad aan soloreizigers: beter geen JH lidkaart betalen zolang de Covid crisis duurt, want je bent er niets mee. In Doornik vroeg de JH ook al 45€ voor een bed, meer dan de lokale B&Bs.
De kleinere gites waren allemaal volzet. Ik belde een niet geklasseerde B&B en daar vroegen ze 65€, maar pas beschikbaar vanaf dinsdag.
Uiteindelijk ging ik eens kijken bij het historische Hotel de la Poste, pal in het centrum, waar 55€ pp geafficheerd stond. Dat was natuurlijk op basis van een tweepersoonskamer, voor een single was het 70€. Die heb ik genomen voor twee nachten, want ik was het moe om nog veel in de stad te moeten rondzeulen met mijn zware rugzak. En dinsdagnamiddag heb ik hier een afspraak bij een osteopaat voor mijn rugpijn. Dit is dus een luxe herstel- en rusttweedaagse in de hoop dat ik daarna het tweede gedeelte van mijn tocht probleemloos kan voltooien.
In de kamer ben ik direct in een warm bad gedoken omdat ik verwachtte dat dit goed zou doen aan de zeurende pijn in mijn onderrug waar ik al een tiental dagen mee rondloop. Tegelijk waste ik alle kleren die ik 's avonds niet meer nodig had.
s' Avonds had ik het geluk dat de halve maan net boven de Semois stond en maakte ik een mooie foto van de reflecties op het water.
Op mijn rustdag bracht ik een bezoek aan de burcht van Godfried van Bouillon en woonde er een roofvogelshow bij.
26 augustus: Bouillon - Cugnon, 18,2 km
Bij het verlaten van Bouillon kreeg ik meteen een lange klim voorgeschoteld tot de brug over de N89. Daarna ging het verder op en af over smalle, dicht beboste paden. De wind maakte een onheilspellend geluid in de hoge kruinen, overal hoorde ik gekraak en 'schurende schaniertjes'. Ik kreeg ook een dennenappel tegen mijn hoofd gekogeld. Gelukkig had ik mijn pet op.
In Les Hayons, het eerste dorpje dat ik passeerde, had ik voor de lunchpauze nog net een half uur tijd om het atelier van Marie-Laure Alff te bezoeken, de kunstenares die 16 grote taferelen uit het leven van Godfried van Bouillon schilderde op zijde. Die werken had ik de dag tevoren in het kasteel van Bouillon gezien.
Buiten haar zijdeschilderingen maakt Marie-Laure ook handgeschilderde poppen die traditionele beroepen uitbeelden, evenals lokale heiligen en feeën en bosnimfen die vroeger uit de mist boven de Semois geboren werden. Haar oude hoeve heet dan ook La Ferme des Fées. Zeker een bezoekje waard.
Iets verder volgde een mooi panorama over de Semois en een klimmetje verder een wijds uitzicht over de omliggende heuvels aan de wegens dichte begroeiing moeilijk fotografeerbare 'Saut des sorcières'.
Geen spectaculaire tocht vandaag, maar alles samen toch weer meer dan 600 hoogtemeters in de benen. Ik overnachtte op Camping Saint-Remacle, een mooi gelegen camping met een ruime taverne aan de oever van de Semois, maar uitgebaat door een erg nors koppel. Of misschien hadden zij net hun dagje niet…
27 augustus: Cugnon - Chiny, 22,15 km
Na Cugnon maakt de GR twee grote lussen tot in Herbeumont. Die heb ik via andere paden of baantjes kunnen afsnijden, waardoor ik de route vandaag tot iets meer dan 20 km kon beperken.
Vanop een brug over de Semois bij Mortehan, bij een watermolen, zag ik vrij dichtbij een bever of otter zwemmen, maar tegen dat ik een foto kon nemen, was hij onder water gedoken en ik zag hem nergens meer boven komen. Ik weet niet hoe lang die rakkers het onder water kunnen uithouden.
In Herbeumont was eten te vinden, dat viel mee. Omdat mijn benen rond de middag al wat vermoeid aanvoelden, besliste ik een lange lunchpauze te nemen in een taverne. Volgens Komoot zou het tweede gedeelte van de tocht tot Chiny minder zwaar zijn.
Toen ik na meer dan een uur rust gepakt en gezakt op het terras van de taverne mijn te lopen route nog eens checkte, wenkte een bejaarde man me die mijn rugzakvlaggetje had opgemerkt. Zodra ik hem een flyertje had overhandigd, schoot hij in zijn portefeuille en gaf een donatie die het laatste greintje vermoeidheid in mijn benen meteen deed verdwijnen. Pierre is een gepensioneerde bankier uit Genk die 'delend' in het leven staat. Nadien hadden we nog een vrij lang gesprek over de zaken des levens (onze figuurlijke rugzakjes die we allemaal meedragen), en natuurlijk ook even over de bankencrisis en NewB ECV Act to change banking - NewB! (NL) , de bijna-nieuwe coöperatieve bank van België.
Pierre wilde liever niet op de foto. Uiteindelijk was het na 15 uur eer ik terug op pad was....
Het verdere verloop van de tocht was puur genieten: vlotjes bewandelbare paden, op een stukje na geen steile geitenpaadjes, en het allerbelangrijkste: stevig doorstappen zonder rugpijn, dankzij osteopaat Pascal Brouillon. Als ik één raad mag geven aan al wie met 'bewegingspijntjes' te kampen krijgt: ga eerst langs een osteopaat vooraleer je naar een gewone dokter gaat. Die laatste zwaait doorgaans meteen met de cortisonenspuit, maar dit is slechts symptoombestrijding. Nadien bekoop je die pijnstilling dubbel en dik, want aan de oorzaak van de pijn wordt niets gedaan....
En nu hoop ik dat ik de Orde van Geneesheren niet over me heen krijg 😉😆.....
Vanavond slaap ik niet in de tent maar in een bed in Auberge de l'Embarcadère. Uitbater Johan bood me een kamer met ontbijt aan voor slechts iets meer dan de prijs van een kampeerplek op een camping.
28 augustus: Chiny - Marbehan, 24,9 km
Vanmorgen ben ik vrij ik laat vertrokken wegens het vorstelijk ontbijt bij Johan in Auberge de l'embarcadère. Daarna bekeken we nog de foto's van Johans trektocht in de Karpaten en zijn reis naar Antarctica.
Eerst maakte ik nog een klein omwegje langs het kruideniertje in het dorp, en dan toog ik op pad over een graspad door een mooi bos tot Suxy. Onderweg kreeg ik enkele korte buitjes over me heen. Net toen ik in Suxy aankwam begon het wat heftiger te regenen, maar ik kon op tijd schuilen in een bushokje. Na een 10-tal minuten klaarde het alweer uit.
Van 14:00 tot 18:30 liep ik door gevarieerde bossen en kwam ik welgeteld een mountainbiker tegen. Eerst was het bos erg dicht en wat claustrofobisch. De sparren stonden te dicht op elkaar en waren onderaan volledig begroeid met mossen. Volgens Ruben, mijn tuingastheer uit l'Epine bij Bouillon, zijn alle sparren in Europa besmet met een ziekte. Deze bomen zien er inderdaad ongezond uit. Daarna kwamen er terug grotere loofbomen die verder uit elkaar stonden, met meer licht tot gevolg. Voor de eerste maal in de Ardennen zag ik op een graspad een grote hinde met een al uit de kluiten gewassen kalfje.
Nadat ik de baan naar Neufchateau had overgestoken, was ik in Pays de Gaume. De paden werden breder en het was prachtig wandelen over een golvende weg. Alhoewel, ieder klimmetje ging iets moeizamer want mijn kilometertotaal ging alweer richting 20. Dat kruipt in de benen, drie dagen na elkaar.
Een 2-tal km voor de straat van mijn tuingastheer Julien moest ik een spoorweg onderdoor, en kort voordien hadden er achter mij enkele donderslagen weerklonken. Ook de wind zwol aan, dus dat werd regen. Ik besliste onder de spoorbrug te schuilen. Na een 5-tal minuten begon het inderdaad even stevig te regen, maar gelukkig duurde de bui maar een 20-tal minuutjes en kwam de zon er al terug door. Onder de brug schreef ik het eerste gedeelte van dit tochtverslag.
Nadien kwam er toch nog nattigheid: eerst omdat ik over een smal pad moest doorheen hoge en uiteraard kletsnatte varens, en daarna kreeg ik ook nog een portie rechtstreeks hemelvocht over me heen. De lager zakkende zon scheen onder de regenwolken heen, waardoor ik met een magnifieke regenboog in de tuin van Welcome to my Garden gastgezin Julien arriveerde.
Die was niet thuis, maar ik mocht me alvast een plekje zoeken om te stellen, en in een tuinhuisje mocht ik schuilen voor de regen. Daar schreef ik de rest van dit verslag.
En nu is het gestopt met regenen en ga ik de tent opstellen en alle andere avondlijke kampeerbesognes afhandelen.