Daags na de overstromingen hebben wij telefonisch contact opgenomen met de 920 Brailleliga leden in de getroffen gebieden om te informeren of ze veilig waren. Wegens elektriciteitspannes veroorzaakt door de overstromingen verliep dit voor sommigen erg moeizaam.
De overheid lijstte 202 gemeentes op die erkend worden als natuurramp. Op basis van deze informatie hebben wij een mailing verzonden naar 2.350 leden om hen onze hulp aan te bieden bij contacten met de verzekeraar en huiseigenaars, met de heropbouw van hun thuis en de vervanging van aangepast materiaal. Hieruit bleek dat er sommigen hard getroffen werden door de overstromingen en dat ze hun aangepast materiaal kwijt waren.
Het Waalse Agentschap voor Personen met een Handicap (AViQ) had aanvankelijk laten weten niet tussen te komen voor verloren of beschadigd aangepast materiaal. Daarom hebben wij opnieuw telefonisch contact gezocht met personen van wie wij geen nieuws hadden om de geleden schade en het verlies op te meten.
Intussen had AViQ haar positie heroverwogen en beslist om de door haar erkende personen financieel te steunen. De Brailleliga kreeg tot hiertoe nog geen aanvragen van personen zonder AViQ erkenning.
De Brailleliga heeft tevens contact opgenomen met de eerstelijns hulpdiensten zoals gemeentes, OCMW’s, en Rode Kruis voor het onthaal en de opvolging van blinde en slechtziende personen. Hoewel er niemand gesignaleerd werd, kwam er toch één samenwerking tot stand met een van onze leden die ons zelf had gecontacteerd omdat hij in een tijdelijk onderkomen gehuisvest was en daardoor een dubbele huur moest betalen. Het nodige werd gedaan op niveau van het Rode Kruis en het OCMW voor de tussenkomst van zijn verblijfskosten.
Het ingezamelde geld diende voor de financiering van de personeelskosten, postkosten en bijzondere telefonie om contact te houden met alle getroffen personen. Deze meer psychologische dan materiële hulp werd zeer geapprecieerd in deze moeilijke omstandigheden.
We blijven natuurlijk nog steeds in contact en we verwachten nieuwe aanvragen voor hulp wanneer de situatie zich regulariseert en de personen terug naar huis kunnen.