Fietstocht 2022: Antwerpen - Parijs

Op 10 augustus, de eerste dag van een aangekondigde hittegolf van enkele dagen, vertrok ik met de fiets naar Frankrijk, Spanje en Portugal -- bij leven en welzijn. 
Het eerste gedeelte tot Parijs was wel wat zweten, maar ik kon een hitteslag vermijden door vroeg genoeg te vertrekken en voldoende rust te nemen.

Woensdag 10 aug: Vertrek uit Antwerpen

Dank Sebastiaan voor dit toffe fotootje voor VC De Schakel in Mechelen. Een plek waar ik graag gewerkt heb, mede dankzij jou.

Image
eva vertrek

Ondertussen zit ik op Camping Veldkant, een rustige camping in Grimbergen. Toen ik ging inchecken kreeg ik van de uitbater een blonde Grimbergen aangeboden, voor het goede doel. Een lekkere frisse pint uit een echt Grimbergen glas, maar wegens de warmte steeg het gerstenat wel heel snel naar het kopke... Gelukkig stond mijn tentje al recht.

De route Antwerpen - Grimbergen valt eigenlijk heel goed mee, hoewel je de hele tijd door grootstedelijk gebied fietst: de F1 Fietsostrade Antwerpen - Mechelen naast de spoorlijn is sowieso aangenaam rijden door voornamelijk landelijke gebieden.

Iets voorbij Mechelen sluit je aan op een rustig jaagpad naast de Zenne. Daarna nog een vijftal kilometer langs rustige wegen en je bent er.

Ondanks de warmte een fijne fietsdag. Je kunt mijn dag-etappes volgen op op mijn #cyclingforTibet zomer 2022 Komoot collectie: https://www.komoot.nl/.../-cycling-for-tibet-summer-2022

Morgen overnacht ik in de Welcome To My Garden tuin van Marie in Mignault, iets boven La Louvière. Zestig kilometertjes, ik ben van plan vroeg te vertrekken om de grote hitte voor te zijn. Rustig aan met dit weer.

Donderdag 11 aug: Grimbergen - Mignault (65 km 470 hoogtemeters)

Vandaag moest ik kiezen: het kortst dwars door Brussel of een omweg van een tiental kilometer langs de groene rand errond. Om 8 uur dwars door Brussel fietsen zag ik niet zitten, dus het werd de groene rand.

Ik heb nog nooit "gegordeld", en eigenlijk vond ik die rand best wel groen, sommige landelijke gedeeltes toch. Bij het Mot in Grimbergen zag ik nabij een watermolen zelfs een ijsvogel wegvliegen. Daarvoor moet je dan in Brussel zijn, na al de mooie waterrijke natuurgebieden die ik in mei in Nederland doorkruiste... De Brusselse rand grossiert ook in kastelen en protserige etablissementen met prachtige parken en waterpartijen, waarin gelukkig nog water stond met deze droogte.

Image
ruysbroeck

Het begon hier stevig te heuvelen en je moet ook aanhoudend voetgangersbruggetjes of gewone bruggen over om de talrijke autostrades en spoorwegen richting Brussel over te steken. Zware bedoening met een gepakte fiets. Ik geraakte maar aan een gemiddelde van 13 km/uur.

Komoot voerde me langs veel toffe binnenweggetjes, maar in Wemmel liep zo'n baantje plots dood op een maisveld. Ik moest zogezegd links afslaan, een sportterrein op, maar de poort was gesloten. Links en rechts van de poort een berm. De weg die ik moest nemen lag slechts 150 meter verder, en er was eigenlijk geen alternatief tenzij ik een grote omweg zou maken. Er was wel een smal paadje over de berm waar ik de fiets overheen had kunnen sleuren, maar dan had ik alle fietstassen moeten afnemen. Ik ging eens kijken of ik niet door het maisveld kon ploegen. De weg lag daar immers vlak achter. Hoera, voordat ik in de mais zou moeten verdwijnen, was er een doorsteekje door een greppel naar links, naar de parking van het sportveld. Dat leverde me veel netelprikken op, maar die nam ik er graag bij als ik daarmee in deze hitte een lange omweg kon vermijden. Netelprikken zijn trouwens goed tegen reuma, zo wordt gezegd.

Vanaf Moortbeek kon ik aansluiten op Randovelo 1 naast het kanaal. Fantastisch fietspad dat me tot de 14-m hoge sluis van Ittre leidde. Op een overdekt terras van de jachtclub mocht ik mijn boterhammen opeten en maakte ik een praatje met enkele schippers. Zij waren bezorgd over de lage waterstanden in sommige Waalse rivieren. Enkele kilometers verderop bereikte ik het fameuze hellend vlak van Ronquières, waar ik het kanaal moest oversteken.

Vanaf daar verliep het grootste gedeelte van het traject via een erg schaduwrijke ravel over een oude spoorlijn. Nog een Komoot foutje: Ik moest afslaan van de ravel via een kort 'single track' weggetje, en dat bleek een sluippaadje te zijn dat steil de talud af dook. Levensgevaarlijk met een fiets. Gelukkig was er een smal wandelpaadje dat parallel met de weg liep en dat een eindje verder iets minder steil op de weg uitkwam.

Verder had ik vrijwel heel de weg rugwind, een meevaller bij deze hitte. Anders krijg je het gevoel tegen een haardroger in te rijden.

Vrijdag 12 aug: Bezoek aan scheepslift van Strépy-Thieu

Marie en Yves (Mignault) hadden me aangeraden de scheepsliften van Strepy-Thieu te gaan bezoeken.

Image
Strepy
Scheepsliften van Strépy-Thieu

Op het Canal du Centre werden begin 1900 vier hydraulische scheepsliften gebouwd die toen industriële hoogstandjes waren. Ze overbrugden een hoogteverschil van ongeveer 17 meter per lift en konden binnenvaartschepen aan van 300 ton (nu klasse 1). Tegen het midden van de 20ste eeuw bleek die capaciteit al onvoldoende en men bouwde twee sluizen bij, maar er bleef nog een hoogteverschil van 74 meter te overbruggen. Hiertoe begon men in 1976 met de bouw van een breder ‘omleidingskanaal’ naast de vier oude liften, waarop de enorme scheepslift van Strépy gebouwd werd. Wegens de staatshervorming en de splitsing van het Ministerie van Openbare werken in een Vlaamse en een Waalse entiteit, waren er financieringsproblemen, maar uiteindelijk geraakte de lift in 2002 toch ingehuldigd. Het omleidingskanaal met de nieuwe scheepslift vervangt nu de vier oude hydraulische scheepsliften.

Ondertussen werden de vier oude scheepsliften erkend als UNESCO werelderfgoed. Het traject langs het oorspronkelijk ‘Canal du Centre’ is erg pittoresk. Buiten de oude liften, zijn er ook nog de oude Rode Brug en de 100-Meter Brug, maar de infopanelen waren zo beschadigd dat de teksten nauwelijks leesbaar waren. De 100-meter brug was een oude spoorlijn.

Met de opkomende industrialisering werden er ook arbeiderswoningen naast het kanaal gebouwd met de voorgevels naar de kanaalkant gericht en de blinde achtergevels naar de parallel lopende straat. Een merkwaardig zicht wanneer je door die straat wandelt. Maar voor de bewoners is het wel veel leuker om over het kanaal uit te kijken vanuit hun living.

De vierde lift ben ik niet gepasseerd want dat was een redelijk grote omweg en de namiddaghitte begon me parten te spelen.

#scheepsliften #industrieelerfgoed #unescowerelderfgoed #unescoworldheritage #canalducentre 

Zondag 14 + maandag15 aug: Fourmies (55km - 580 altimeters) - Tergnier (95,9km - 570 altimeters)

Zondag en maandag volgde ik twee dagen de Euroveloroute-3, ook gekend als ‘la scandiberique. Die route verbindt de twee pelgrimssteden Trondheim en Santiago de Compostela.

Van Maubeuge leidt ze naar Parijs, dus vanuit Villers-Sire-Nicole, 10 km ten noorden van Maubeuge, kon ik er makkelijk op aansluiten.

Image
draaipoortje

In Maubeuge kwam ik op aanwijzen van Komoot plots voor een smal draaipoortje van een park te staan. Gelukkig vond ik een andere ingang zonder draaipoortje. De fietstassen mochten blijven hangen.

De route verliep voor 80% over een voie verte, een oud spoorlijntje. Goed beschaduwd, een meevaller bij deze hitte.Ik overnachtte in Fourmies, op een camping vlak bij een meer (Etang Des Moines). Een fris plonske na een zweterige rit mocht dus niet ontbreken.

15 augustus: vervolg van de EV3, die vanaf Wimy door de brede vallei van de sterk kronkelende Oise loopt.

In Etréaupont, na een 25-tal km, kwam ik om 12:02 bij een kruideniertje aan om iets voor de lunch te kopen. "Désolée" zei de jonge verkoopster, ze sluit om 12 uur en had haar kassa al afgesloten. Kinnetje kloppen.

Dan maar 20km verder naar Guise en daar in een restaurant gaan lunchen. Dat was buiten Sainte-Marie en een lokale feestmarkt gerekend die heel het centrum van het stadje in beslag nam. Alle restaurants stampvol en lange wachttijden.

Dan maar een slaatje halen in de Carrefour, die na 13 uur gesloten was wegens Saint-Marie…. Kinnetje kloppen.

Naast een groentekraam zat een man accordeon te spelen. Toen ik mijn fiets daar neerzette om aan het kraam wat fruit in te slaan, kwam hij naar me toe en gaf een donatie uit zijn potje toen hij hoorde dat ik voor Tibet fiets.
Bedankt, l’accordéoneux’ Vincent Pietton!

Uiteindelijk geraakte ik in Guise toch nog aan een bordje sla met frieten op een rustige locatie. Om terug op mijn route te geraken, reed ik over het terrein van de ’Familistère’, een sociaal-utopisch experiment gebouwd door grootindustrieel Jean-Baptiste Godin. Daar was een Economat dat als restaurant fungeerde. Aan dit fantastisch socialistisch-coöperatief experiment uit 1860 ga ik een aparte post wijden.

Na Guise nog 24 km tot de camping in Ribemont, waar ik om 18 uur arriveerde en… voor een gesloten poort stond. Renovatiewerken.

Dan maar 23 km verder tot Tergnier. Daar moest ik voor 20 u. aankomen want dan sloot de receptie. Een geluk bij een ongeluk: de route liep volledig naast het kanaal Samber-Oise over een goed jaagpad. Zo vlak als een biljartlaken.

Uiteindelijk arriveerde ik er om 19:20, met 95 fietskilometers in de benen. Te moe om ‘s avonds nog een tochtverslag te schrijven.

Dinsdag 16 aug: onverwachte overnachting in de abdij van Ourscamp

Na de 95 km van maandag besliste ik het dinsdag bij een korte rit te houden: een 40-tal km tot de camping in Chiry-Ourscamp. Het was opnieuw een vlak traject, eerst een tiental km naast het kanaal Samber-Oise, blijkbaar een ongebruikt kanaal want ik zag er geen enkel binnenschip varen, en na een tiental kilometer een doorsteken naar het kanaal van Saint-Quentin, dat wel bevaren werd. Rustig ‘zen-fietsen’, maar verder niets spectaculairs om over te schrijven. Bij Pont-l’Eveque zwenkte het traject naar links het binnenland in. Een drietal kilometer verder passeerde ik een imposant gebouw met een ruïne van een kerk in de achtergrond dat de abdij van Ourscamp bleek te zijn. Het complex was open en ik stopte om een kijkje te gaan nemen.

Image
Abbaye

Toen ik achter het hoofdgebouw naar de kapel wandelde, zag ik op een groot grasveld een 15-tal campers en caravans staan. Zou ik hier kunnen overnachten? Op de vorige camping, het Parc des Loisirs La Frette, was ik tot lang na middernacht wakker gehouden door feestvierders en joelende kinderen. Deze ‘abdijkampeerders’ zouden het waarschijnlijk wel wat rustiger houden. Ik vroeg aan de tuinier die een rozenperk aan het verzorgen was of er ook tentjes op het terrein toegelaten werden, want op het eerste gezicht zag ik er geen sanitaire voorzieningen. De man stelde zich meteen voor als Christophe en noemde zichzelf een ‘oblaat’, een term die ik nog nooit gehoord had. Dat is een lid van een religieuze orde dat geen geloften maar een verklaring van toewijding (oblatie) aan de kloosteroverste heeft afgelegd. Het Algemeen Nederlands Woordenboek leerde me dat dit lid van een religieuze orde is dat geen geloften maar een verklaring van toewijding (oblatie) aan de kloosteroverste heeft afgelegd. Christophe zei me dat ik me tot de frère hôtelier Jean-Paul moest wenden. Van Frère Jean-Paul kreeg ik een kamertje op het gelijkvloers naast zijn kantoor toegewezen, omdat ik mijn fiets daar kon binnenzetten voor de nacht. Diner en ontbijt ging hij ook nog regelen. Toen ik hem vroeg wat ik hem verschuldigd was, zei hij dat ik mocht geven wat ik kwijt kon omdat ik een pélérinage voor een Tibetaans klooster onderneem. Interreligieuze solidariteit, I love it.

De abdij van Ourscamp behoort tot de orde van de ‘Serviteurs de Jésus et Marie’ (SJM - dienaars van Maria en Jezus - www.serviteurs.org), een congregatie volgens het diocesans recht. Ze werd in 1930 opgericht door Père Lamy, een priester uit de Haute-Marne met een roeping om kansarme gezinnen en kinderen ook toegang te geven tot Gods genade. Ten tijde van de moeilijke oorlogsjaren had Père Lamy een overrompelende ervaring van Moeder Maria’s liefde en richtte hij SJM op. Père Lamy leidde een erg eenvoudig leven waardoor hij dicht bij iedereen stond, ook bij de allerarmsten.

De huidige congregatie laat zich uiteraard inspireren door hun stichter Père Lamy, maar ook door St. François de Sales (16-17de eeuw) en St. Bernardus van Clervaux (11de eeuw, cisterciënzer abt). Ze hechten veel belang aan de Eucharistieviering en liturgische gezangen.

Ik woonde als momenten van bezinning de avonddienst en de ochtendhymnen bij en dat waren inderdaad eenvoudige mooie diensten.

Het was een erg gelukkig toeval dat ik dinsdag in een kamer kon overnachten, want iets na achten brak een zwaar onweer met veel regen los.

#SJM #cisterciënzers #abbaye #abbayesdefrance 

Woensdag 17 aug: Ourscamp - Pontarmé (66,5 km - 404 altimeters)

Om 6 uur werd ik gewekt door hondengeblaf in de abdij van Ourscamp. Toen ik me een uurtje later naar da kapel begaf, zag ik op het grote grasplein een golden retriever helemaal plat op zijn zij liggen die zwaar ademde. Ik benaderde hem en zag dat het een stokoude hond was. Toen ik hem aaide, hield hij op met blaffen. Ik besloot zodra ik kon een pater te verwittigen dat er een dier in nood op het plein lag.

Om 8 uur, na de ochtenddienst, kon ik gaan ontbijten. Zoals gisteravond voor het diner was ik alleen in de eetzaal. Vooraleer aan te schuiven kwam een broeder de maaltijd zegenen.

Na het ontbijt beboterde ik enkele brokjes brood voor de zieke hond. Toen ik de eetzaal verliet stonden er gelukkig twee broeders bij de hond. Syrius, de abdijhond, was 15 jaar oud en potdoof. Frère Bernard verzorgde hem. Syrius at enkele stukjes van het beboterde brood en wat pedigree paté die Père Bernard hem gebracht had. Wanneer de hond blaft wil hij dat iemand hem overeind komt helpen. Ik vroeg Frère Bernard of het tegen zijn geloof was om het arme dier door een veterinaire uit zijn lijden te laten verlossen. Hij zei van niet en zou er een bellen. Ik hoop het voor Syrius…

Iets voor tienen zat ik op de fiets. In Saint-Léger-aux-Bois passeerde ik een Romaans kerkje uit de 11de eeuw. Na 20 km bereikte ik Compiègne. Kort voor Compiègne vloeien de Aisne en de Oise samen en vormen een brede rivier. Op een infopaneeltje las ik dat een op drie gezinnen in deze vallei bedreigd wordt door watersnood.

Image
suriname

Na het stadstraject dwars door Compiègne was het weer een eindje rustig zenfietsen naast de Oise. Een gedeelte daarvan fietste ik samen met een Surinamer uit Utrecht, maar aan het kerkje van Pontpoint scheidden onze wegen want daar begonnen enkele loodzware hellingen en hij reed elektrisch.

Voor en na Senlis, een charmant stadje dat ik enkel kende als afrit van de autostrade, doorkruiste ik mooie loofbossen van het kaliber van het Zoniënwoud in Brussel.

Rond vijf uur arriveerde ik in de Welcome To My Garden tuin van Cléo en Cyrille en hun twee jongens, een gezin dat ook lange tochten per fiets maakt. Zij nodigden mij en co-cyclocampist Gerwen uit Nederland uit om mee aan te schuiven voor het avondeten. Zulke vriendelijke mensen, zij weten uit ondervinding dat tentkampeerders onderweg weinig kookmogelijkheden hebben.

Mijn fietstocht voor Tibet steunen kan via https://www.reachoutforacause.org/ik-help.

Tx- Thuk ye she

Alle foto's in één oogopslag

International Campaign for Tibet Europe - Freedom for Tibet - Support International Campaign for Tibet and His Holiness The Dalai Lama International - Campaign for Tibet - International Campaign for Tibet Deutschland e.V.