In het bezoekerscentrum bij Stonehenge stak ik een en ander op over de geschiedenis van dit UNESCO werelderfgoed monument.
De vroegste constructie dateert van 3000 AD en bestond uit een ronde gracht annex talud met een diameter van 102 meter die 56 holtes omsloot waarin waarschijnlijk houten palen stonden. Die 56 ‘Aubrey Holes’ dragen de naam van een antiquair uit de 17de eeuw die er voor het eerst gewag van maakte. Ze werden gebouwd in de richting van de zomer- en winter zonnewendes.
Tegen 2500 AD werden er binnenin de cirkel vijf enorme sarsen staande stenen geplaatst in de vorm van een hoefijzer. Zij heten ‘Trilithon’ stenen omdat ze per twee werden afgedekt met platte horizontale stenen (lintels). Daarrond stond nog eens een cirkel van 30 trilithons. Die 4-meter-hoge mastonden kwamen uit een gebied 25 km ten noorden van het monument.
Later kwamen er ook nog twee boogvormige rijen blauwe staande stenen bij, afkomstig uit steengroeven in Wales, 230 km verder!
Vanaf het bronzen tijdperk besteedde men minder aandacht aan de stenen structuren en begon men graftumuli aan te leggen. Er trad een periode van verval in die tot nu, 4000 jaar later, zou duren en resulteerde in de restanten die we nu nog kunnen bewonderen.