14 augustus: Tijdens mijn rit van Dunbeath naar Brora passeerde ik de ruïne van Badbea, een voormalig dorp vlak op de rand van de kliffen waar kleine pachtertjes (crofters) zich noodgedwongen gevestigd hadden na de 'land clearances'.
Grootgrondbezitters stelden eind 18de, begin 19de eeuw vast dat grootschalige schapenhouderij meer opbracht dan land verpachten aan arme keuterboertjes, en ze verjaagden die ‘armoezaaiers’ uit hun huisjes naar de onvruchtbare kusten. Wanneer de radeloze en rechteloze pachters niet wilden vertrekken, werden hun hoeves gewoon platgebrand.
In Badbea leefden vanaf 1792 12 gezinnen en hun vee, vlak tegen de kustrand op de onherbergzame en vrij onvruchtbare kliffen. De grootgrondbezitters hadden hen net niet de in zee gejaagd… Het waaide er soms zo hard dat volwassenen hun kinderen en hennen moesten aanlijnen opdat ze niet over de klifrand zouden waaien....
Velen beslisten te emigreren, onder meer naar Canada of Australië. Tegen 1903 was Badbea helemaal verlaten. Een van de zonen van een emigrant keerde terug naar Schotland en bouwde in 1907 op de site een memorialtoren voor de voormalige gezinnen van Badbea.