18 augustus: Aviemore – Newtonmore (29 km -228 m klim)
Vanmorgen moest ik naar het dorp, op zoek naar een bout/moer om een losgekomen bout van het ophangsysteem van een achterfietstas te vervangen. Tegelijk heb ik nog eens naar mijn remmen laten kijken voor de laatste etappe van 700 km. Erg vond ik dit oponthoud niet, want de regenbuien volgden elkaar snel op, geen uitnodigend weer om voor lange tijd op de fiets te kruipen.
Wegens de regenbuitjes wilde ik liefst terug in een hostel overnachten, omdat ik daar m'n fietskledij gemakkelijker droog krijg. De enige optie was Newtonmore, amper 30 km verder, want 95 km tot Pitlochrie was te ver om op één namiddag af te knotsen.
Onderweg passeerde ik de ruïne van de Ruthven kazerne uit 1717. Die werd opgericht om de Highlands onder controle te houden na de eerste (Rooms Katholieke) Jacobitische opstand van 1715 tegen de Protestantse Willem III, prins van Oranje, die in Londen Jacobus II van de troon had gestoten. De kazerne kon een garnizoen van 120 manschappen huisvesten, in twee tegenover elkaar liggende blokken van 60 man, en 18 paarden.
Morgen een langere rit tot Pitlochrie. Hopelijk in iets betere weersomstandigheden.
19 augustus - Newtonmore – Pitlochry (70 km – 386 m klim)
Toen ik rond 7 uur wakker werd hoorde ik meteen dat het aan het regenen was. De regenbroek aan, maar de fietsgoesting zonk me wel wat in de schoenen... Bovendien dacht ik dat het traject zou tegenvallen omdat het heel de tijd dicht naast de A9 liep. Uiteindelijk viel alles veel beter mee dan verwacht en werd het zelfs een heel aangename fietsdag met boeiende stukken natuur.
Tot kilometer 30 ging het zacht bergop. Toen ik even pauzeerde om een fotootje te nemen van het landschap met mijn fiets als model, stopte een groep Chinezen, en voordat ik mijn foto kon nemen, zaten ze allemaal in beeld fotootjes te nemen. Gedaan, terug auto in en weg. De rust keerde weer.
De waarschuwing bij de klim naar Drumochter pas (457m) van 30 km geen voedsel of schuilplaats bleek overdreven: er was een B&B onderweg en ook een soortement treinwachtershuisje. Ik denk niet dat die bewoners een fietser in nood aan zijn lot zouden overlaten. En de A9 was vlakbij, daar zou je kunnen liften. Bovendien was de klim heel zacht. Als de stijve tegenbries er niet geweest was, zou ik nauwelijks gemerkt hebben dat het bergop ging. Er zijn al zwaardere stukken geweest deze reis.
Daarna was het bijna gans het vervolg bergaf, ik heb niet veel meer moeten trappen, op twee 'prikklimmetjes na zo'n 7 km voor Pitlochry. Helemaal zachtpeddelend bollen tot de eindbestemming mocht niet zijn.
De regio rond Pitlochry, in county Perthshire, lijkt me het 's Gravenwezel en Brasschaat van Schotland. Hier zitten duidelijk de meest gefortuneerde Schotten of Britten. Het begon met een grote vestiging van het luxueuze 'The House of Bruar' warenhuis, met alle Schotse en Ierse topmerken, en niet alleen voor mensen: er waren ook hondenbedden in handgeweven tweed of Harris aan 200£ voor een hond de grootte van Bik, en een Barbour kledinglijn voor honden... Gekker kan het bijna niet, er zijn toch blijkbaar heel wat mensen die met hun geld geen blijf weten... En ik maar trappen voor Cipriano... Die zijn bed is niet van Harris tweed, en het mijne (gelukkig) ook niet....
Daarna volgde Blair Castle met een groot steeple chase parcours voor paarden. Een golfterrein mocht natuurlijk ook niet ontbreken. En een aantal landhuizen langs de baan met een parktuin en uitgestrekte landerijen. Hier wonen/woonden duidelijk geen rechteloze keuterpachtertjes....
Op de camping van Pitlochrie stond ik naast twee jonge Fransen koppels die aan het rondtrekken waren. Ze hadden het duidelijk naar hun zin in Schotland, ze maakten veel gein. Toen we 's ochtends allemaal aan het inpakken waren, rolden er twee stevigie donaties voor Cipriano mijn richting uit.
20 augustus: Pitlochry – Perth (50 km – 305 m klim)
Vandaag zowat het omgekeerde scenario van gisteren: het ging een zonnige en regenloze dag worden, maar in de namiddag kleurde de lucht diepdonker en werd ik overvallen door een stevige drash. Gelukkig was er net een bezoekerscentrum in de buurt waar ik me even onledig kon houden met naar alle 'Made in PRC' toeristische prullaria te kijken.
De route was veel minder tof, op het mooie erfgoeddorpje Dunkeld, met een kathedraal uit 1260, na. Vóór de bouw van deze kathedraal was er sinds de 6de eeuw een Keltisch-Christelijk klooster, en ra ra wie kwam ik weer tegen? Mijn Ierse reisgezel Saint Columba uit de 6de eeuw. Zijn overblijfselen zouden hier tot de de Schotse Reformatie bewaard zijn geweest, en de kerk en Dunkeld werden een platgetreden bedevaartsoord. Daarna verhuisde dit relikwie naar Ierland.
In 1689 was Dunkeld het toneel van een gevecht tussen Jacobieten en Orangisten en werden alle huizen op drie na platgebrand.
Morgen moet ik richting Edinburgh, ook via een vrij drukke route. Ik overweeg de stadsagglomeratie rond Edinburgh te mijden en de trein te nemen tot Dunbar, waar ik kan aansluiten op de NC1 Noordzee-fietsroute.
21 augustus: Perth, trein naar Dunbar --> Thorntonloch (15,3 -65 m klim)
Niet veel te schrijven vandaag. Ik nam vanmiddag in Perth de trein naar Dunbar met overstap in Edinburgh, en fietste dan 10 km zuidwaarts naar een camping in Thorntonloch, in de voortuin van een kerncentrale. Misschien is het zeewater daardoor hier een beetje warmer....
Dunbar is het geboortedorp van John Muir (1838), een bekende Schotse geoloog en vroege natuurbeschermer ... Jammer dat het al gesloten was, het geboortehuis van deze ecologische pionier had ik graag gezien.
22 augustus: Thorntonloch - Berwick-upon-Tweed (46,4 – 565 m klim)
Laatste fietsdag in Schotland vandaag. Ik bevind me momenteel 1 mijl over de grens terug in Engeland.
Rustige fietsdag met redelijk wat klimwerk, die begon met stralend weer en toch weer eindigde met wat gemiezer. Een heel steile afdaling tot helemaal beneden aan een baai, en natuurlijk even steil terug naar boven.... Even moeten fietsduwen, dat was lang geleden. Voor de rest allemaal fietsbare hellingen.
Op de camping in Berwick -- weer een van de Motorhome and Caravan Club -- mocht ik eerst niet binnen. Het is hier een 'bank holiday' morgen en alle tentplaatsen waren bezet. Ik zei dat ik moe was van het klimmen en dat er toch wel ergens op het grote terrein 3m² gras zouden moeten te vinden zijn, maar de mevrouw van de receptie was onverbiddelijk. Ik zat op een trapje naar een alternatief te zoeken, toen ik plots toch binnen mocht. Er was een man binnen gekomen die zei dat er wel ergens een stukje gras vrij was.... Verder merkte ik dat de tentplaatsen heel ruim bemeten zijn, ik had daar makkelijk tussen gekund, naast een andere fietskampeerder met een smal tentje. Hoe inflexibel en onwelwillend kunnen sommige mensen toch zijn.... Regelnevers.