Covid certificaat controle in Frankrijk, WO-I landmarks langs Frans-Belgische grens, merkwaardig iguanodonverhaal in Bernissart en onderweg veel prettige ontmoetingen.
23 sep: Rust- en Bijwerkdag in Bray-Dunes
Gisteren arriveerde ik vrij laat op Camping Perroquet, pal op de Frans-Belgische grens. De receptie ligt links van de inrijlaan en rechts bevindt zich een taverne die, zo dacht ik, bij de camping hoorde. Toen ik aan de vrouw aan de receptie vroeg of die nog zou open gaan, antwoordde ze dat ze van niets wist want de taverne lag in België. Van intereuropese collegialiteit gesproken....
Vandaag nam ik een rustdag om de sociale media bij te werken en een strandwandeling te maken met de voetjes door het zeewater naar Bray-Dunes dorp. Er stond een stevige zuidenwind, blij dat ik daar gisteren niet tegenin hoefde te boksen.
De sfeer aan de Franse kust is meteen heel anders dan bij ons. Op enkele appartementsgebouwen van zeven hoog aan het begin van het dorp na, zijn de huizen langs de dijk bijna allemaal maar met max. drie verdiepingen. De meeste dateren van de vroeg-20ste eeuw, op enkele modernere uitschieters van vijf etages na. Sommige van die mooie huizen waren in verval, wat er m.i. op wijst dat projectontwikkelaars deze regio (nog?) niet als wingewest beschouwen. Een groot verschil met de buildings in de Panne, die je van hieruit ziet staan.
Tot mijn zes jaar gingen we elk jaar een maand met vakantie naar De Panne. We logeerden toen in een klein bungalowtje ergens achterin, zo van die 'peperkoekenhuizekens'. Het laatste jaar verbleven we in een nieuwer appartement vlak tegen de duinen. Ik herinner me niet meer hoe de dijk er toen uitzag en of er al buildings stonden. Ik vermoed dat het er eerder toen nog uitzag zoals de dijk in Bray-Dunes nu. Wie weet nog hoe De Panne eruit zag in de vroege jaren '60?
Ik ging op de dijk in Bray-Dunes een koffietje drinken en moest voor de eerste keer mijn Covid-safe certificaat laten scannen. Toch wel raar, die controles....
En op het strand had het terugtrekkende water een helderblauwe "heilige drievuldigheid" achtergelaten. Drie aangespoelde kwalletjes mooi op een rij.
Om halftien 's avonds vloog een helikopter langs de kustlijn, waarschijnlijk om naar Engeland vertrekkende vluchtelingenbootjes te onderscheppen, zoals twee jaar geleden in Folkestone ook het geval was. Dat geeft een naar gevoel.
24 sep: Bray-Dunes - Ploegsteert (58,47 km - 215 m klim)
Een rit langs vrij eentonige agrarische polderlandschappen waar nauwelijks een boom te bespeuren viel. Met een stevig windje van rechtsvoor, was het soms serieus 'stoempen' (hard trappen).
In Alveringem vond ik de Sint-Audomaruskerk, een driebeukige hallenkerk in gele baksteen, de moeite om te fotograferen. De oudste delen van de kerk dateren van de 16de eeuw.
Een houten bruggetje over de IJzer net voorbij Alveringem had wel iets fietsvriendelijker mogen zijn. Ik moest drie keer over en weer om heel mijn bazaar (bagage) erover te krijgen.
Ik was nog nooit in Poperinge geweest. Dat gaatje in mijn cultuur heb ik nu dicht gefietst. Het neogotische stadhuis dateert van 1906. De 15de-eeuwse Sint-Bertinuskerk is een hallenkerk in gotische stijl. In de kerk fotografeerde ik een barokke 'graflegging' van begin 1900, met een unieke compositie volgens monumentenwacht. Maar wel aan een restauratiebeurt toe....
Zoals overal hier in de streek passeerde ik ook in Poperinge twee militaire begraafplaatsen uit WO I. Allemaal soldaten die sneuvelden in 1915.
Op weg naar mijn eindbestemming Ploegsteert fietste ik ook Ouderdom binnen, om die gelukkig even later terug te verlaten. Ging het in het echte leven ook maar zo ...
De laatste kilometers door het heuvelland waren landschappelijk terug boeiender, en ook gevarieerder om te fietsen, met vandaag al een matige 210 hoogtemeters op de teller.
Vlak voor mijn 'Welcome to my garden' adres in Ploegsteert passeerde ik nog een WO I memoriaal ontworpen door H. Charlton Bradshaw en daterend van 1931. Elke eerste vrijdag van de maand blaast men hier de Last Post.
Ik bevind me nu net over de grens in Wallonië, in de provincie Henegouwen.
25 sep: Ploegsteert - Doornik (64,19 km - 174 m klim)
Ik kwam maar traag op dreef vandaag. Ik kampeerde in de weide van 'Welcome to my garden' gastheer Frederik en zijn kinderen organiseerden 100 meter verderop in de weide een fuif. Met mijn oordopjes slaagde ik erin in slaap te vallen, maar ik werd wel veel meer wakker dan gewoonlijk. En het feestje duurde tot laat in de nacht.
Toen ik rond 11:30 eindelijk vertrekkensklaar stond, voerde ik eerst nog een fijn gesprek met Frederik. Hij heeft een ecologische groentetuin, schapen, varkentjes en twee toffe honden. Hij heeft het erg naar zijn zin in Ploegsteert.
Komoot leverde vandaag geen prettig traject af. Ik fietste naar Doornik via tussenstops in Menen en Rollegem om daar dankkaarten te gaan afgeven. Van Komen tot Rollegem reed ik langs drukke gewestwegen met meestal krakkemikkige fietspaden. Na Rollegem werden het gelukkig terug landbouwegeltjes en vanaf Pecq 8 km over de Ravel naast de Schelde. Een Ravel die ik vorig jaar ook helemaal afwandelde. Toen in de hitte .....
In Menen trakteerden Erwan en zijn echtgenote me op een glaasje appelsap van eigen boom. De appelboom op de foto leverde twee jaar geleden 420 kg appels af, goed voor 60 vaatjes sap van 3 liter. Hij hangt nu weer goed vol. Volgend weekend wordt de hij geplukt.
In Rollegem was het jonge koppel Josephine Baele en Clément ondertussen niet meer met twee, maar met drie. Hondje Jeanne was er vorig jaar al, maar zoontje Jérôme was toen zelfs nog niet geconcipieerd. Een dikke proficiat met de gezinsuitbreiding!
In Kain, vlak voor Doornik, waren Pierre Tiange en Ivy Demeure en hun zoontje en twee dochtertjes niet thuis. Die kindjes waren vorig jaar heel enthousiast en benieuwd dat er iemand in hun tuin kwam kamperen met een echte tent.
In Doornik gaf ik ook nog een kaart af aan Monique van B&B Maison Taherez, waar ik vorig jaar aan een sterk gereduceerd tarief in de mooie Saharakamer mocht logeren. En veel van haar bijleerde over de nog vrij jonge Ba'hai religie.
Wegens al die prettige tussenstops was ik pas om halfacht in de stadscamping van Doornik, waar collega-fietskampeerder Philippe uit Gent (70) me trakteerde op een warme beker soep en een heleboel verhalen. Een warmere aankomst kun je je niet wensen.
26 sep: Doornik - Bernissart (32,41 km - 67 m klim)
Op de camping van Doornik nam ik eerst afscheid van Philippe, die terug naar huis (Gent) fietste en iets voor mij vertrok.
Net voorbij Doornik volgde ik de Ravel op de linkerscheldeoever, een gedeelte dat ik vorig jaar te voet deed, tot een eind voorbij Antoing, waar het kanaal van Perulwez in de Schelde vloeit. Op dat stuk las ik een infopaneel over de kalkovens van Antoing. Vorig jaar was ik daar niet gestopt omdat ik in een race tegen de opkomende zon zat. Het was toen midden in de hittegolf en ik was voor dag en dauw in Doornik vertrokken om de hitte voor te zijn.
Daarna volgde ik het kanaal tot enkele kilometers voor Bernissart. De dichtgegroeide berm aan mijn rechterzijde functioneerde als een efficiënte windbreker, want die had ik heel de tijd op kop (zuidoostenwind).
Net toen ik Bernissart binnen reed begon het te druppelen. Vorig jaar was het er wegens de hitte niet van gekomen, maar nu had ik een bezoek aan het Iguanodonmuseum gepland.
Meer info en foto's Iguanodonmuseum
Toen ik het museum verliet was het al terug opgeklaard en kon ik de tent droog opstellen op de gemeentelijke Camping du Preau, waar ik gratis mocht overnachten omdat ik voor een goed doel fiets. Met veel dank aanvaard.
Naast mij stond een caravan en toen de bewoonster terugkwam van een uitstap, bleek dat Denise Van De Zande te zijn, een voormalige leerkracht zedenleer uit Essen. Uiteraard hadden we wel enkele gezamenlijke kennissen uit vrijzinnige kringen. De wereld is klein....
27 sep: Bernissart - Villers-Sir-Nicole (55,99 km - 353 m klim)
Tegen dat ik vertrok begon het zacht te druppelen. Eerst reed ik via een asfaltbaantje dwars door het moerassig natuurgebied met de mooie vijvers dat ik vorig jaar met zonsopgang doorkruist had.
Rond de middag begon het serieus te gieten en te waaien, natuurlijk met de wind op kop. Daarbij kwamen er in het traject nog nog enkele moeilijk befietsbare stukken 'Via Romana' met hobbelige kinderkopjes. Het was dus trappen en blijven trappen geblazen om niet te veel af te koelen.
Aline, mijn 'Welcome to my garden' gastvrouw van vorig jaar in Onnezies, was niet thuis. Ik stak een dankkaart in haar bus en stoempte verder door de regen, met enkele vrij steile klimmetjes.
Lees hoe ik in extremis bij Aline terecht kon
Enkele kilometers voorbij Onnezies was een klein volkscafeetje dat gelukkig open was op maandag. Net toen het nog wat erger begon te drashen, wat een geluk! De barvrouw schonk geen warme dranken, jammer want dat had goed gedaan, maar ik zag er blijkbaar zo uitgeregend uit dat ik van de compassieuze stamgasten, allemaal van het sterke geslacht, twee frisdrankjes betaald kreeg. Een van hen was 20 jaar geleden Belgische subtop atletieker geweest op verspringen, hinkstapsprong en 100 meter. Niet direct mijn disciplines, maar we hadden een toffe atletiekbabbel.
Na ruim een half uur in het cafeetje had het opgehouden met regenen en kon ik droog doorfietsen naar Camping Municipal Vallée de L'Hogneau in Bellignies, om een kaart te gaan afgeven bij monsieur Claude en zijn echtgenote Marie-Christine. Vorig jaar hadden ze aan mevrouw de burgemeester gevraagd of ik twee nachten gratis mocht overnachten.
Monsieur Claude zag op de kaart dat ik ook in Zelzate gepasseerd was (Sonja Boelaert). Hij heeft daar in de buurt (waarschijnlijk Terneuzen) in de jaren '70 aan de bouw van de sluis meegewerkt en vertelde het gruwelijke verhaal van een arbeider die nog in een bekisting zat toen die vol gestort werd met beton. Op de plaats waar de arme stakker tegen de wand van de bekisting geperst werd, plaatste men een marmeren tablet.
Terwijl ik met Marie-Christine en Claude een heerlijk koffietje dronk en een fotosessie hield, kwam de zon erdoor. Ik moest nog eten inkopen en de enige voedingswinkel (Intermarché) bevond zich in Habay, 4 km dieper Frankrijk in. Te voet vorig jaar had er weer havermout met perenstroop op het avondmenu gestaan, want eventjes 8 km om lopen voor eten was te ver.
Toen ik tegen 19 uur aankwam in Villers-Sir-Nicole, reed ik de oprit op bij de ouders van Thomas. Er was niemand thuis, ik werd verwelkomd op het gekwaak en geblaas van waakster Germaine, de gans die enkele jaren geleden bij woest hoog water van het riviertje La Trouille getraumatiseerd aanspoelde in de tuin van Laurence en Jean-Jacques. Sindsdien wil ze alleen nog maar baden in een kinderzwembadje. De gans komt goed overeen met de twee poezen van het huis.
Even later, ik had net een diepvriesportie pasta gekookt en verorberd, arriveerden de heer en mevrouw des huizes. Thomas was jammer genoeg een weekje met vakantie. Laurence en Jean-Jacques hebben geen gastenkamer, maar na een heerlijke kom warme melk kon ik er overnachten op een veldbedje. Wat een luxe, morgenvroeg geen natte tent om in te pakken!