8 juli: Derrynasliggaun - Westport (59,5 – 495 m klim)
Vandaag overschreed ik de 2000-km kaap tijdens een bloedmooie rit, eerst rond de lange Killary fjord, dan langs de Aasleagh waterval, waar je met een beetje geluk zalmen kunt zien stroomopwaarts springen, en daarna verder langs meren, uitgestrekte plateaus en een stuk naast het water tot Westport, een klein maar bruisend stadje. De foto's spreken voor zich.
9 juli: Westport – Crossmolina (51,5 km – 407 m klim)
Vandaag terug een 'normale' rit door de Ierse buiten en langs/rond de Nephin berg.
De eerste 13 km van Westport naar Newport verliepen via de 'Great Western Greenway', over een voormalige treinbedding, maar toch een vrij heuvelachtig traject. Eigenlijk was het op veel plaatsen een vrijliggend fietspad naast de N59, niet zo boeiend. De Greenway gaat nog 30 km verder tot Achille Island, dat heel mooi moet zijn, maar die richting moest ik niet uit.
Na een bocht van +90° in Newport had ik de wind, die weer stevig te keer ging, in de rug. Gelukkig maar, want ik had geen goede fietsbenen vandaag. Toen ik helemaal rond de berg Nephin gefietst was, arriveerde ik in het dorpje Lahardaun, waar ik leerde dat de Ieren hun Whiskey met een 'e' achteraan zijn beginnen spellen na onenigheid met Schotse Whisky merken over een nieuwe, snellere stookmethode die de smaak echter niet ten goede kwam. In Lahardaun staat ook een memorial ter nagedichtenis van 14 streekgenoten die omkwamen in de Titanic ramp.
Meer lezen over Addergoole Titanic Memorial Park
Vanavond slaap ik op een (verlaten – ik stond er alleen) 'vrije bijdrage' camping bij het meer in Crossmolina, met enkel maar een toilet. Daarom zit ik nu nog effe in een pub. Seffens tent stellen en recht de zak in.
10 juli: Crossmollina – Sligo (81 km – 599 m klim)
De zgn. 'camping met enkel toilet' in Crossmollina is uitgedraaid op een nachtje wildkamperen. Er stond geen enkele campervan. Er waren alleen enkele vissers bezig met hun bootjes, en lokale wandelaars die hun hond kwamen uitlaten. Ik zette mijn tentje wat uit het zicht bij het meer en kroop erin, want er waren te veel mugjes om buiten te zitten.
Toen ik iets na tienen mijn tanden wilde gaan poetsen, was het toiletgebouwtje op slot, waarschijnlijk omdat er geen campervans stonden. Water had ik gelukkig nog voldoende, en er was geen gebrek aan 'boskes' voor de andere basisbehoeften. Vanaf 7:30 kwamen er alweer hondenwandelaars opdagen, maar toen was ik al bijna ingepakt. Om 8 uur zat ik ter fiets voor een 80-tal km naar Sligo.
Iets na negenen was ik in Ballina, waar men alles in gereedheid aan 't brengen was voor een jaarlijkse braderie. Ballina is de hoofdstad van de zalm, omdat de stad aan de monding van de rivier Moy ligt, een van de zalmrijkste rivieren. Vroeger werden er tot 50.000 zalmen per jaar gevangen, maar nu is grootschalige zalmvangst niet meer toegelaten. Alleen met de werphengel mag er nog gevist worden, en die sport werd er vanmorgen druk beoefend.
Het vervolg van de rit verliep grotendeels in de miezer of regen. GoogleMaps stuurde me ook nog eens door een moeilijk befietsbare landweg met hoog gras, gelukkig maar gedurende een kilometer.
11 juli - Sligo – Bundoran (50 km – 365 m klim)
Vanmorgen was het regenachtig en besloot ik in Sligo eerst het WB Yeats memorial house te bezoeken, een gebouw in rode bakstenen gebouwd in Victoriaanse stijl. Ik was blijkbaar de eerste bezoeker en kreeg een privé-rondleiding door de plaatselijke gids.
Yeats verbleef als kind regelmatig in Sligo en zwierf er rond in bossen, heuvels en langs kusten. De streek bleef voor hem een eeuwige bron van inspiratie, hoewel hij als dichter/kunstenaar in grootsteden moest verblijven om aan de kost te komen. Een eindje buiten de stad richting Bundoran bevindt zich de kerk waar zijn graf staat met het bekende opschrift:
Cast a cold Eye
On Life, on Death.
Horseman. pass by!
Toen ik het museum verliet, was het wat opgeklaard met af en toe een streepje zon, en vermits mijn volgende bestemming vandaag maar een 40-tal km verder lag, besloot ik eerst nog een omwegje van een 10-tal km te maken naar het 'Carrowmore Megalithic Complex', een plek waar een 30-tal megalitische 'ganggrafmonumenten' [passage tombs] blootgelegd werden. De site dateert van 5.700 jaar geleden, het tijdperk dat de landbouw begon wortel te schieten in Ierland.
Meer lezen over Carrowmore site
Tijdens de rit naar Bundoran kreeg ik terug wat regenbuitjes over me heen. Onderweg zag ik in weides en turfvelden nog steenhopen en megalieten, het wemelt er hier van. Het laatste stukje fietste ik terug langs de oceaan. In Bundoran verbleef ik in een goed uitgeruste hostel met zicht op zee vanuit mijn kamer.
12 juli: Bundoran – Rossnowlagh beach (18 km – 189 km klim)
Kort ritje van 18 km. Ik wilde nog een extra nachtje in de hostel van Bundoran boeken omdat de voorzieningen en de wifi er zo goed waren, maar ze waren volzet tijdens het weekend. Ik ben dus verkast naar de dichtstbijzijnde camping, jammer genoeg een strandcamping zonder wifi of voorzieningen voor tentkampeerders. Morgen dus weer verder. Niet makkelijk om eens een rust/bijwerkdagje in te plannen. Rossnowlagh beach is een heel breed zandstrand waarover zelfs met auto’s gereden worden, maar het weer is momenteel te guur om een dagje strandrust te nemen.
13 juli: Rossnowlagh – Ballybofey (54 km – 460 m klim)
Klein omwegje gemaakt om Donegal te bezoeken, het zoveelste stemmige Ierse stadje. Op het marktpleintje was een tweekoppig muziekbandje aan het spelen. Daarna via de enige weg, de N15 -- gelukkig voor fietsers met een brede pechstrook -- naar Ballybofey, langs heuvels en de uitgestrekte Barnesmore bog.
In Cappry/Ballybofey, een streek met weinig toerisme, overnachtte ik in het heel recent geopende Ulster Way of Finn Farm Hostel, een hostel met slechts enkele bedden en een badkamer in een hoeve bij een ruiterschool voor springpaarden.
Eddie verwelkomde me als zijn allereerste hostel gast. Hij maakte op 30 januari 1972 Bloody Sunday of de Bogside massacre mee in Derry, die verschrikkelijke zondag waarop het Britse leger 14 ongewapende en vnl. jonge mannen koelbloedig doodschoot tijdens een vreedzame betoging voor gelijke burgerrechten. Na het avondeten hadden we nog een lang gesprek over de 'Troubles' en de gevolgen voor de Ierse bevolking/politiek.
Hoewel het vrij laat was geworden (01:30), lag ik door dit gesprek nog een hele poos wakker...
14 juli: Ballybofey – Elaghvale (64 km – 638 m klim)
Een 15-tal km voorbij Ballybofey, nabij het dorp Raphoe, bevindt zich buiten de ruïne van een middeleeuws kasteel ook de grote Beltany Stone Circle (64 stenen), die dateert van het Bronzen Tijdperk (1400-800 BC).
Eddie van Finn Farm Hostel wist veel over de geschiedenis van deze bezienswaardigheid te vertellen.
Eddie's verhaal over Beltany Stone Circle
Na de Stone Circle fietste ik, behoorlijk onder de indruk n.a.v. het verhaal over de mensenoffers van Eddie, via landweggetjes nog een 40-tal km verder naar de enige camping in de buurt, een kilometer of negen buiten Derry, in Elaghvale, net over de grens in de UK (Noord Ierland). De campinghaag was de grens. Plots moest ik opnieuw mijn Britse ponden opdiepen...
Naast Elaghvale, maar wel terug in Ierland, ligt het gehuchtje Muff, waar zich het IOSAS Centre and Celtic prayer garden bevindt . Omdat ik n.a.v. mijn reis in Ierland een boek van Ulrich Libbrecht had gelezen over de invloed van de Keltische mythologie en cultuur op het vroege monastieke Christendom in Ierland, vond ik dit een omweg waard. Het levensverhaal van IOSAS stichter Frater Neal Carlin greep me opnieuw recht naar de keel... Tjonge tjonge, wat een geschiedenissen hier.
Fr. Neal Carlins verhaal over Celtic Prayer Garden
15 juli: Elaghvale - Muff - Derry (19 km - 150 m klim)
Ik wilde twee nachten in (London)derry verblijven om de stad om mijn gemakje te bezoeken en daarna verder te fietsen richting ferry naar Schotland, maar dat lukte niet. Ik vond er maar één nacht een betaalbare hostel. Alles was volgeboekt wegens de Northern Ireland Open golfkampioenschappen die overmorgen beginnen.