Van het Franciskanerklooster in Brives naar UNESCO werelderfgoedsite Rocamadour, en dan via het heuvelachtige natuurgebied Causses de Quercy en de prachtige valleien van de Célé en de Lot richting Carcassone.
7-8-9 sept: Brives-la-Gaillarde - Meyronne (38km, 510 altimeters) - Rocamadour (12km -210 altimeters)
Woensdag 7 sept: na mijn bezoek aan het Edmond-Michelet museum wandelde ik nog even door Brives: foto's van straatscènes en van de kerk Collegiale Saint-Martin, met een mariabeeld met een ongebruikelijke gelaatsuitdrukking en een raar altaar.
Donderdag 8 sept: tot Meyronne
De eerste 20 km verliepen voornamelijk via hels steile, ongenummerde binnenweggetjes. Ik kwam nauwelijks vooruit. Na elke zware klim een steile afdaling over een verhakkeld wegdek. Voorzichtigheid geboden! De weggetjes flirtten heel de tijd met de A20 autostrade.
Wanneer ik eindelijk terug op de D33 belandde kon ik terug wat kilometers malen aan een hogere snelheid.
Vanaf het dorpje Baladou volgde een heerlijke afdaling, met het uitzicht op de hoge rotswanden van de Dordogne vallei in de verte.
Meyronne is een mooi dorpje waar de druifjes en verse vijgen bijna letterlijk in je mond vallen.
Vrijdag 9 sept: tot Rocamadour
De eerste 4 km waren vlak als een biljartlaken. Dat was al van de Rhone-vallei geleden! Daarna een steile klim met 200 meter hoogteverschil over een tweetal kilometer tot het gehuchtje Mayrinhac. Die helling deed ik in drie keer, met twee korte rustpauzes. Ik merkte dat ik het klimmen na iedere rustpauze langer kon volhouden, alsof mijn benen de constante inspanning gewend worden.
Mayrhinhac is een authentiek gehuchtje. Ik hield er een vrij lange lunch- en fotostop. Er zou al van voor de Romeinse tijd bewoning geweest zijn omdat er verschillende bronnen in de buurt zijn.
Het kerkje (12-13de eeuw) was heel speciaal. Een rechthoekige ruimte zonder zijbeuken of kapelletjes. De ingang was niet vooraan, maar via een discreet deurtje aan de linkerzijde. Om er te geraken moest je rond de kerk afdalen door een gang van ong. 1,5 meter breed. Ik dacht eerst dat dit de ingang van een crypte was, maar neen, het was de hoofdingang van de kerk.
Er stond een magnifiek ongedateerd -- ik schat vroeg-Romaans -- houten Mariabeeldje. In een bemoste spleet naast de ingang had iemand een klein Mariabeeldje (5cm) geplaatst. De hoge ladder tot een deurtje onder de zoldering heb ik niet beklommen.
Na Mayrinhac volgde een heel zachte afdaling met prachtige vergezichten over de omliggende heuvels tot Rocamadour, een toeristische trekpleister.
Dat dorp ga ik vanavond bezoeken. Daarvan volgt een apart fotoverslag.
In totaal zit ik nu aan 1.172 km en 10.500 hoogtemeters. Ik heb al 1 keer de Mount Everst beklommen met mijn geel ros. Benieuwd hoeveel Everesten er nog gaan volgen eer ik Spanje en Portugal door ben.
Zaterdag 10 sept: Rocamadour- Bastit (26,6 km - 300 altimeters)
Omdat Le Bastit maar een 20-tal kilometers van Rocamadour ligt, maakte ik een ommetje langs Grammat.
Over de route niets speciaals te melden. Geen steile hellingen behalve het allerlaatste klimmetje naar le Bois de Faral.
Grammat is een mooi stadje met een toffe overdekte marktplaats. In een parkje naast de Mairie met twee bananenbomen at ik mijn boterhammetjes. Daarna wandelde ik door de oude steegjes en ging op een terrasje een koffietje drinken. Het vervolg tot Le Bastit was vrij vlak, behalve de laatste 5 km, die ook deels over een grindweg verliepen.
Zondag 11 sept: Le Bastit-Cénevières (48,2 km - 570 altimeters)
De route tot mijn lunch stop in Marcilhac-sur-Célé was prachtig. Na een stevig klimmetje tot Reilhac ging het verder zacht omhoog tot het prachtige erfgoeddorpje Espédaillac.
Hier pauzeerde ik even in een ‘restaurant de Caractère’ voor een frisdrankje. Het gebouw was minstens 200 jaar oud en was gebouwd, zoals de meeste oude woningen in deze regio, met droge natuurlijke stenen, zonder cement.
Aan elk huis hing een houten plaatje met de naam en het beroep van de bewoner.
Na Espédaillac volgde een zoete afdaling. In een kloof naast de baan zag ik een onfortuinlijk verroest autowrak steken. Ze doen hier blijkbaar geen moeite om dat weg te takelen.
Voor Marcilhac mocht ik nog een eind klimmen, om dan via steile haardspeldbochten van 16% af te dalen tot de vallei van de Célé. Met enkele magnifieke panorama’s op het dorp en de vallei. In een weide merkte ik in de verte een hunnebed op, maar ik geraakte er niet bij want de weide was omheind. Nadien zag ik in een boek in het restaurant waar ik een slaatje at dat er hier heel veel prehistorische dolmens en monolieten te vinden zijn.
Marcilhac is een oud dorp. Het ligt op een bedevaartsroute naar Compostela en sinds de 11de eeuw was er een abdij om pelgrims onderdak te bieden. Het oorspronkelijke Romaanse kerkje werd grotendeels verwoest tijdens de 100-jarige oorlog (1268). Er blijven nog wat ruïnes van over. De huidige Gotische kerk werd in de 15de eeuw gebouwd. Die brandde dan weer gedeeltelijk uit tijdens de godsdienstoorlogen rond 1570. In de kerk kwam ik Jeanne d'Arc uit Orleans nog eens tegen. Die moest op de foto.
Na dit dorpsbezoek was mij lunch al wat gezakt en begon ik aan de zware klim over de heuvel naar de Lot vallei. Vijftig minuten non-stop zwoegen in de hitte. Twee liter water joeg ik er op dat stuk door. Ik voelde het zweet dan ook van mijn rug in mijn broek sijpelen. Toen ik dacht dat ik aan de lange afdaling kon beginnen, volgde nog een steile klim over een kleine kilometer. Lood in de benen, maar hij leverde wel een foto van een speciale steen met een grote spleet in het midden op. Tijdens een afdaling zou ik daarlangs gezoefd zijn. En dan bereikte ik eindelijk de Col des Lièvres en kon ik aan de afdaling beginnen.
In Cénevières was het doods kalm. Even vreesde ik dat het scenario van vorige zondag zich zou herhalen en dat ik voor een gesloten camping municipal zou staan. Maar nee hoor, er hing een briefje dat er om 17:30 en 9:30 iemand langs komt en dat je een plaatsje mag uitzoeken.
Vanuit mijn tent kan ik letterlijk rechtstreeks de Lot induiken, wat ik na zo'n zweetrit dan ook met veel plezier deed. Heerlijk fris natuurlijk rivierwater met die typische geur. En nog een dik halfuur de tijd om me in de zon te laten drogen voordat die achter de heuvel verdween. Daarvoor doe je het toch.
Dinsdag 13 sept: Cénevières- Cayriech (40,5 km - 410 altimeters)
Het bleef warm vannacht, de temperatuur zakte niet onder de 22 graden. Ik sliep slechts in een lakenzak en met beide zeiltjes open voor wat luchtcirculatie. Voordeel: de tent was droog ‘s ochtends en om 9 uur zat ik al op de fiets.
De eerste 40 min van de rit tot Concots waren vrijwel vlak naast de Lot, een heel fijne opwarming. Daarna zwenkte de weg weg van de rivier en begon een golvend gedeelte met nooit langer dan 10 min aan een stuk klimmen. Zo lust ik het wel.
In Vaylats passeerde ik een 'Couvent des Filles de Jésus', in een heel andere bouwstijl dan ik tot dusver gezien had. De enige 'fille' die ik er met haar rollator zag wandelen, zag er niet meer van de jongste uit. Er zou zich ook een bejaardentehuis op de site bevinden. Het is een convent met een hotellerie voor pelgrims. Te onthouden voor een volgende keer.
Daarna ging het heuvelend verder tot Puylaroque, langs met stenenmuurtjes omringde velden zoals in Ierland en Engeland. In het dorp Puylaroque klom ik tot een mooi panoramisch uitzichtpunt over de streek. Ik vraag me af vanaf waar de Pyreneeën aan de horizon zullen opdoemen. Ik herinner me een kleine 30 jaar geleden (oei-oei), toen ik met mijn nichtje Maité Thijssen met de wagen onderweg was naar een trekking in de Pyreneeën, dat we na een bocht plots, totaal onverwachts, de imposante sneeuwtoppen aan de horizon zagen verschijnen. Een beeld dat me altijd is bijgebleven.
Ondertussen bevond ik me in het Departement Tarn et Garonne. De Garonne ontspringt in de Pyreneeën, boven Benasque, mijn vaste stek voor Pyreneeëntochten (Camping Ixeia bij Miguel Motes Vilar).
De bouwstijl voelt hier veel zuidelijker aan: geen dikke pierre sèche muren meer, maar gewone lichtoker bepleisterde muren.
Vandaag is de temperatuur toch weer net boven de 30° gestegen, maar met bewolking, veel aangenamer om te fietsen. En de camping in Cayrieg heeft ook een zwembad.... Iets minder ruim dan de Lot, maar even verfrissend. Txtxtx .
Omdat de voorspelde regen is opgeschoven van deze namiddag naar vannacht, heb ik mijn dubbelgebruik tarp/poncho over de tent geïnstalleerd. Anders zit ik in de nattigheid van zodra ik mijn hoofd buiten de tent steek.
Woensdag 14 sept: Cairiech -Gaillac (54,5 km - 550 altimeters)
Zware fietsdag vandaag. Het had geregend vannacht en ik vertrok wat later om de tent te laten drogen.
De ochtendrit was mooi, meestal schaduwrijk op een rustig D baantje. Rond 12 uur bereikte ik Montricoux, een mooi dorpje aan de Aveyron rivier. Ik had honger en er was een vrij groot baanrestaurant net buiten het dorp. Edoch, Franse restaurateurs kunnen genadeloos zijn. Je staat daar, bezweet met fietshelm in de hand. Er is op dat moment nog volop plek en je vraagt een tafeltje voor één persoon. "Desolée, on est complet". Niets te 'maren'. Terug afdekken dus en mijn resterende pains chocolats verorberen op een beschaduwd plekje op hun parking. Terwijl ik daar zat zag ik nog enkele andere mensen die teruggefloten werden. Maar zij stapten in hun wagen en reden naar een volgende eetgelegenheid.
Na Montricoux volgde een lange klim in volle zon uit het Aveyrondal. Vrij uitputtend, en nergens schaduw om na die inspanning even te bekomen. Bij een oude, op het eerste gezicht vervallen hoeve zag ik op het erf een betonnen hokje zonder deur. Het zou een toilet kunnen geweest zijn, maar er stond een tuinstoel in. Niet getwijfeld, ik installeerde me voor een kwartiertje rust in dat kot. Bleek dat de hoeve toch bewoond was. De deur stond open en er klonk muziek uit die kamer, maar er was niemand te bekennen. Ik had er waarschijnlijk even goed kunnen binnengaan en mij in de zetel draperen....
Na die rustpauze volgde een steile duik de Marnevallei in, gevolgd door een heerlijk, meestal door platanen beschaduwde zacht oplopende baan naast de rivier.
Vijftien kilometer voor Gaillac moest ik terug de Marnevallei uit. Dat was een 20-minuten zweetklim met twee rustpauzes om mijn benen te laten ontzuren. Eens boven werd ik getrakteerd op prachtige panorama's, zowel te linker- als te rechterzijde.
Maar het klimmen was nog lang niet ten einde. Er volgden er nog een vijftal, waaronder één lange. Maar gelukkig niet meer zo steil. En dan eindelijk de lange afdaling naar Gaillac.
Toen ik mijn tent/tarp net geïnstalleerd had, begonnen er zich gitzwarte wolken op te stapelen boven de stad. Het was nog steeds drukkend warm en ik had nog net de tijd voor een frisse plons in het zwembad voordat het onweer losbarstte. Gelukkig hield het op tijd op zodat ik in de 'grote stad' nog een kleinigheidje kon gaan eten.
15 september: Gaillac - Briatexte (26,2 km - 400 altimeters)
Het ging een lichte dag worden, dacht ik. Slechts 25 km met 260 hoogtemeters en maar enkele heel steile stukjes.
Omdat ik in de buurt van Briatexte, mijn eindbestemming, helemaal geen voedingswinkels zag op GoogleMaps, ging ik me eerst bij de Leclerc hypermarkt in Gaillac bevoorraden om enkele dagen verder te kunnen.
Daarna moest ik nog even langs een fietswinkel voor een lampje, want ik had gisteren op de terugweg van het restaurant gemerkt dat mijn voorlicht het niet meer deed. Dat duurde langer dan verwacht: er moest een heel nieuw licht op want ik had halogeenverlichting met een niet vervangbaar lampje . Soit, het heeft het bij mij wel vijf jaar volgehouden, en wie weet hoe lang bij de vorige eigenaar van deze fiets.
Daardoor kon ik pas rond 12u vertrekken. Mooi route zoals verwacht, en na een lange afdaling -- natuurlijk voorafgegaan door een lange klim -- arriveerde ik in eindbestemming Briatexte. Alleen bleek ik niet het juiste adres van de hoevecamping te hebben. Ik belde, en de boerin zei dat het 3 km voorbij het dorp was, 'et ça monte un peu'. Un peu!? 3 km nonstop fel bergop, en sommige stukken zo steil dat ik de fiets moest duwen. De beentjes gingen in staking...
Toen ik aankwam lachte de boerin fijntjes en haalde een glas en een fles gekoeld water voor me. Ik moet er afgepeigerd uit gezien hebben...
Maar nu zit ik wel op het hoogste punt van de omgeving met vergezichten rondom rond, en heel het terrein, incl. een feestschuur met keuken, voor mij alleen.
En ik weet dat de weg naar het Monastère Dorjé Pamo morgen voornamelijk bergaf zal zijn.
19-20 sept: Lavaur - Revel (37,1 km - 420 altimeters) - Carcassonne (58,1 km 510 altimeters)
Maandag ben ik maar rond 12u van bij mijn Warmshowers Host Rupert vertrokken. Ik heb eerst dankbaar gebruik gemaakt van zijn WiFi om mijn route naar Carcassone te plannen, daar een bed in de jeugdherberg te reserveren en een printshop te contacteren om de Spaanse flyers te laten drukken.
De route maandag was meer van het mooie zelfde: een heuvellandschap met mooie vergezichten en op de hoogste stukken een glimp op de Pyreneeën, en af en toe een klein dorpje of gehuchtje.
Met de benen was het minder goed gesteld. Na drie dagen relatieve rust voelden ze aan als van flanel. Bij het klimmen verzuurden ze erg snel. Ze wennen blijkbaar snel aan rust en verlangen naar meer.
Daarom besliste ik dinsdag om de kortste route over de 'Montagne Noire', met een klim tot 700 meter, links te laten liggen en de 10 km langere route errond te nemen, met slechts 500 hoogtemeters in totaal. En met een 'zachte' opwarming van enkele kilometers op het sintelfietspad naast de Pergue.
Wat het landschap betreft, denk ik dat dit ook een goede beslissing was: ik fietste steeds door weidse landschappen met links een uitzicht op de uitlopers van de Montagne Noire en rechts zicht op de vlakte met daarachter de silhouetten van de Pyreneeëngiganten. Vanaf mijn lunchplek had ik uitzicht op de Pic du Canigou (2784m), die ik in 1996 met mij nicht Maité Thijssen tijdens een trekking van Andorra naar de Middellandse Zee beklom. Hoe miniem moeten wij geweest zijn op die reus...
In het dorpje Saint-Papoul passeerde ik een pareltje van een Middeleeuwse abdij. Sinds de Franse Revolutie (1789) wonen er geen paters meer. Qua tijd stond ik er goed voor, ik had tijd om ze te bezoeken. En dat was meer dan de moeite! Hoe leuk toch, die onverwachte juweeltjes die je per toeval tegenkomt onderweg. Daar geniet ik altijd meer van dan van een gepland bezoek. Een aparte post over die abdij volgt nog.
Na een lange afdaling uit Saint-Papoul bereikte ik het Canal du Midi, dat ik normaal gezien kon volgen tot Carcassonne. Vanaf het dorpje Bram veranderde het goede sintelfietspad echter in een grove zandweg met putten, wortels en keien. Ik had nog 15 km te gaan en vorderde slechts met bonenknopen. Daarom besliste ik te tricheren (vals spelen) en schakelde over naar de parallelle D30. Een weg waarop gevlamd wordt en met slechts een heel smal moordstrookje, maar gelukkig was hij niet al te druk. Met een stevige rugwind vorderde ik hier aan meer dan 20 km/uur. Een klein uurtje in tijd gewonnen, schat ik.
Rond 17:30 was ik in Carcassonne. De jeugdherberg bevindt zich in het Middeleeuwse gedeelte op een heuvel, dus mijn dag eindigde met een laatste steile klim. Maar vandaag waren mijn benen weer goed 'ingefietst' (gerodeerd).
Je kunt mijn lange fietstocht voor het Tashi Lhunpo klooster in Bylakuppe, Indië steunen via https://www.reachoutforacause.org/ik-help of via een gewone bankoverschrijving op rek nr BE63 8918 7405 7108 van Reach Out vzw met vermelding 'Tibet'
Tx- Thuk ye she
#cyclingforTibet - #KeepTibetCultureAlive - #reachoutforTibet - #humanrightsforall - #SaveTibet - #FreeTibet
Tijdschrift de wereldfietser en vakantiefietser - De Wereldfietser - International Campaign for Tibet Europe - Freedom for Tibet - Campaign for Tibet - International Campaign for Tibet Deutschland e.V. - Lights on Tibet - TibetNews - Free Tibet - Tibetan Community in Belgium - Reach Out for a Cause