Na mijn winterverblijf in O Sel Ling was mijn eerste stop Granada. Een vrij grote en erg toeristische stad, dus dat werd even wennen na de rust en stilte van het Alpujarra gebergte. Ik gunde mezelf drie dagen de tijd om de stad rustig te kunnen bezoeken.
Vrijdag 24 feb: Eerst moest ik op zoek naar een nieuwe afritsbroek omdat mijn oude letterlijk 'van mijn kont was gescheurd'. Niet makkelijk, want het is nog niet het seizoen voor afritsbroeken. Decatlon had erg goedkope broeken, maar dat is niet mijn favoriete winkel omdat hun concurrentie niet fair is voor degelijke outdoorwinkels die hoogwaardig materiaal verkopen. Gelukkig vond ik bij Deportes Sherpa Granada een broek van mijn maat met dezelfde pocketindeling als mijn oude. Bovendien is het 'made in Spain' en niet in China. Daar betaal ik graag een paar euro meer voor.
Na die noodzakelijke aankoop voelde ik me volkomen lusteloos, maar omdat ik dicht bij de kathedraal was stapte ik naar binnen. In kerken zijn altijd genoeg stoelen of banken om even uit te rusten. Deze reus uit de 16e eeuw in renaissancestijl is gewijd aan de reïncarnatie. Het werd gebouwd in het begin van de 16e eeuw, kort nadat het katholieke koningspaar Isabel de Castilla en Fernando de Áragon in 1492 Granada van de Moren had heroverd. Zoals zoveel andere Spaanse kerken, werd het bovenop de voormalige hoofdmoskee gebouwd. Het duurde 200 jaar om de kathedraal te bouwen, wat de aanwezigheid van barokke stijlelementen verklaart. Wederom veel goudgerande pracht die mij niet echt aanspreekt.
Uitkijkpunt San Nicolas
Zaterdag 25 feb: vandaag voelde ik me wat meer uitgerust en ging naar de Arabische wijk Barrio De Albaicín, de oudste wijk van Granada (11e eeuw).
Ik klom via de pittoreske smalle straatjes naar het uitkijkpunt San Nicolas, naast de gelijknamige kerk. Het wemelt er altijd van de mensen die er komen om foto's (of selfies) te maken van het Alhambra, dat aan de andere oever van de Darro-vallei ligt.
De Iglesia de san Nicolás is de eerste sobere en eigentijdse kerk die ik tot nu toe in Spanje ben tegengekomen. Een verademing, na alle glitter en goud. Ik bleef daar geruime tijd genieten van de (relatieve) stilte.
In de middag liep ik naar het Museo De Las Cuevas Del Sacromonte, dat het verhaal vertelt van de grotwoningen die in de 16e eeuw in de kalksteenheuvel werden gegraven door verschoppelingen van de stad: de verdreven moslims en joden, zigeuners die gedwongen werden hun nomadische levensstijl op en vestigen zich en, volgens een legende, zwarte slaven van rijke weggelopen Arabieren. Allemaal verschillende ethniciteiten met hun eigen tradities en cultuur. Flamenco zou in die smeltkroes gedijen.
In 1963 werd Granada getroffen door een wolkbreuk die delen van Sacromonte wegspoelde. De autoriteiten dwongen de grotbewoners om hun grotten te verlaten om nooit meer terug te keren.
Het museum heeft 11 grotten in hun oorspronkelijke staat hersteld: een karakteristiek huis, een keuken, stallen en grotten met traditionele ambachten zoals een smederij, een mandenmakerij, een keramiekatelier en een weverij. Een grot vertelt de geschiedenis van Flamenco op Sacromonte.
Een heel leuk museum, evenals de nog steeds bewoonde pittoreske wijk Sacromonte waarlangs ik weer afdaalde naar het centrum van Granada.
Zondag 26 feb: bezoek aan het Alhambra met het Generalife of 'zomerpaleis', het fort Alcazaba, het Palacio Carlos Quinto (zondag gesloten vanaf 15.00 uur) en het prachtige Moorse Nazarid paleis, waarvoor ik vrijdag een last minute ticket heb kunnen bemachtigen voor zondag, slechts een uur voor sluitingstijd. Ik heb geen audiogids genomen maar laat de foto's voor zich spreken.