13 augustus: Duncansby Head -Dunbeath (70,2 km – 564 m klim)
Mijn tent was ’s ochtends nog nat, daarom besliste ik eerst tot Duncansby Head te fietsen en pas rond de middag in te pakken. Duncansby Head is het noordoostelijkste punt van Schotland. Het ligt een drietal kilometer voorbij het dorpje John O'Groats. De vuurtoren stelt niet zoveel voor, maar de desolaatheid van de grasvlakten op de kliffen, de rotskust en de losstaande rotspilaren voor de kust waren impressionant, zeker in combinatie met de dreigende luchten en striemende regenvlagen.
Na een snelle boterham op de camping ging ik van start voor een vrij lange rit van 70 km naar de eerstvolgende camping. Vijftig kilometer langs een heerlijk lokaal weggetje, opnieuw een lange rechte weg door de 'leegte' zoals tijdens de laatste rit op de Hebriden naar Stornoway. Dit maal werd mijn fietsmeditatie tweemaal onderbroken door regenbuien om ‘u’ tegen te zeggen, gelukkig van korte duur.
In een bosrijk gebied -- het deed goed de geur van dennen nog eens te ruiken, dat was al lang geleden -- zag ik vanaf de weg de 'Camster Cairns', een ronde steenheuvel met 1 ingang en een langwerpige met 2 ingangen. Ik kon ze echter niet bezoeken, want het liep al tegen zes uur en ik had nog 20 km te fietsen. De laatste 10 km reed ik langs de kust via de vrij drukke A9.
Bij aankomst was ik vrij moe, waarschijnlijk vanwege de nat - droog - nat - droog wissels. Het was gisteren maar 12°, je koelt heel snel af bij nattigheid. Er was gelukkig een 'dry room' op de camping, dus alle fietskledij gegarandeerd kurkdroog 's ochtends. En verwarmd sanitair, dat deed ook goed. Ik kan me hier moeilijk inbeelden dat er momenteel in België nog een hittegolf heerst…
14 augustus: Dunbeath – Brora (42,5 km – 524 m klim)
Heel de rit naast de vrij drukke A9, er is geen enkele alternatieve weg hier. En morgen nog eens....
Eén erg lastige en lange klim vandaag, van 10 tot 15%, die ik in drie stukken heb moeten verdelen om boven te geraken.
Ik passeerde de ruïne van Badbea, een dorp vlak op de rand van de kliffen waar kleine pachtertjes (crofters) zich noodgedwongen gevestigd hadden nadat ze door grootgrondbezitters van hun akkertjes verdreven waren tijdens de wrede Highland 'land clearances'.
Lees het droeve verhaal over Badbea
15 augustus: Brora – Evanton (64 km – 383 m klim)
De camping van Brora lag vlak aan zee, maar gisteravond was ik wegens overvloedige regenval niet tot op het strand geraakt. Vanmorgen was het droog en lukte het wel. Iets na zessen maakte ik een strandwandeling en werd mijn ochtendstond beloond met een mooie zonsopgang.
Tegen 8:30 wilde ik vertrekken, maat toen was het alweer aan het miezeren, dus ik heb de tent nat moeten inpakken. De rit was gelukkig vrij licht en glooiend, niet al te veel kuitenbijters, en tegen de middag klaarde het op.
Onderweg passeerde ik Dunrobin Castle, een mastodont met niet minder dan 189 kamers, een valkenhouderij en een Versailles-achtige tuin. Dat is waarschijnlijk het stulpje geweest van de rijke stinkerd die in de 19de eeuw de arme Balbea pachters uit hun hoevetjes verdreef, maar dit heb ik niet kunnen natrekken wegens een nog te lange rit voor de boeg.
In Tain, een mooi museumdorpje, bezocht ik snel het kerkje dat aan St. Duthac gewijd is. Duthac werd hier waarschijnlijk rond het jaar 1.000 geboren. Hij had als kind al speciale gaven en trok later naar Ierland om er te studeren. Het kerkje werd een bedevaartsoord dat op 20 jaar tijd 18 keer door King James IV bezocht werd.
Ik vond er ook nog een gegraveerde Pictische steen, de Ardjachie Stone, maar de gravure is erg afgesleten en niet zichtbaar zonder zon, vernam ik van de museumsuppoost. Na Tain kon ik gelukkig via een rustig landweggetje verder, even respijt van de ellendig drukke A9.
16 Aug: Evanton – Inverness (64 km – 383 m klim)
Niet veel te vertellen vandaag. Geen adembenemende landschappen en maar één regenbuitje, dat begon vlak nadat ik de laatste hap van mijn boterhammen had doorgeslikt op een mooi bankje aan de oever van de rivier Ness. Daarna volgde nog een lange en winderige brug over de Ness naar Inverness.
Omdat ik geen al te goede fietsdag had vandaag, besliste ik in Inverness te stoppen. Vanavond zet ik een bescheiden stapje in de stad. Eens iets anders dan een hele dag fietsen en ’s avonds sociale media updaten zal goed doen 😋.
17 augustus: Inverness – Aviemore (55,5 km – 624 m klim)
Terug een landschappelijk interessantere rit vandaag. De eerste 15 km om uit Inverness te geraken waren permanent klimmen en vrij saai, zoals steeds bij het verlaten van een grote stad.
De rest van de rit over National Cycling Route 7 verliep via rustige wegen en door bossen en mooie, heuvelachtige natuur. Het hoogste punt van de rit was de pas van 454 meter bij Sloghd Summit. Daarna was het vrijwel heel de tijd dalen tot Aviemore.
In Carrbridge passeerde ik een boogbrug uit 1717. De mevrouw die er een fotootje van mij trok, wist te vertellen dat enkele jaren geleden, na 4 dagen heftige regenval, het water van de rivier gestegen was tot vlak onder de brug. Dat moet wel wat geweest zijn! We mogen van geluk spreken dat het mooie bruggetje dit overleefd heeft.