Prettig weerzien met lieve mensen die mij tijdens mijn staptocht rond België hebben gesteund of geholopen
17 sep: Berchem - De Klinge (36,62 km)
Na hartelijk te zijn uitgewuifd door mijn lieve buurvrouw Marina Otto, nam ik een rustige startdag tot camping Fort Bedmar in De Klinge, nog geen 40km.
In Hoboken, net voorbij park Sorghvliet, merkte ik op dat de appartementstorens die ik er vorig jaar nog fotografeerde, nu volledig leeg en gestript waren.
Onderweg passeerde ik langs Helene in Kruibeke, mijn eerste Welcome To My Garden gastgezin vorig jaar, om er een dankkaart te gaan afgeven. Ze was jammer genoeg niet thuis.
Twee kilometer blokje om deed ik hetzelfde bij Paul en Helene Thyssen. Paul bracht me vorig jaar een fles water achterna. Hij was jammer genoeg niet thuis, ik maakte nu een praatje met zijn echtgenote.
De daarna volgende kilometers naast een lange gewestweg over Beveren naar Vrasene herbeleefde ik de pijn aan mijn voetzolen waarmee ik hier vorig jaar op die bloedhete beton te kampen kreeg. Ik zag het cafeetje waar ik rond het middaguur de zon 1,5 uur ontvluchtte, en de muurtjes en banken onderweg waarop ik gezeten had om mijn voeten te laten luchten. De eindeloos lange gedeeltes in volle zomerzon. Tot m'n voeten me dwongen er uiteindelijk de brui aan te geven en de tuin van Annemie en Ivo binnen te stappen met de vraag of ik mijn tent er een nachtje mocht zetten. Ik kon echt niet meer verder. Dat mocht, en vandaag zag ik Ivo terug om hem een dankkaart te overhandigen voor hun hartelijke ontvangst.
De laatste 10 km tot camping Fort Bedmar waren heel ontspannend door weidse polder- en krekenlandschappen.
Ronny van de camping herinnerde zich nog dat ik er vorig jaar enkele dagen met voetenpech had doorgebracht.
En mijn conditie is nog niet je dat... Ik ben zowaar moe van die 40 km vlak! Hopelijk betert dat over enkele dagen, anders geraak ik nooit de Ardennen over.
18 sep: De Klinge - Lembeek (50,84 km - 40 m klim)
Er was veel ochtendnevel vanmorgen en het duurde lang eer mijn tent opgedroogd was. Omdat ik maar een 50- tal km moest fietsen vandaag, had ik tijd van wachten en deed ik alles op mijn duizend gemakjes. Ik keek een poosje naar twee eekhoorntjes die aan het dollen waren in de bomen.
Uiteindelijk werd het toch nog een lange fietsdag, in tijd wel te verstaan, omdat ik nogal lang bleef plakken op mijn twee 'dankkaartadressen' van vandaag. Eens voorbij Kemzeke belandde ik op de ravel die ik vorig jaar ook helemaal afgewandeld heb. In Klein Sinaai zag ik bij het voormalige stationnetje enkele vettige tafels met mayo, mosterd, bloem, choco, ketchup, verf in verschillende kleurtjes, een bokaal spinazie en noem maar op. Het is toch nog te vroeg voor een studentendoop, dacht ik. Dat was het ook niet, de lokale scouts hadden een overgangsfeest. Ik wist niet dat dit er zo vettig en slijkerig aan toe ging. Die gasten hebben zich wel te pletter geamuseerd.
Na 20 km fietsen arriveerde ik bij Brenda Froyen en haar lieve hond Wifi in Moerbeke. Het was een aangenaam weerzien. Haar tuin en zwemvijver is zo mooi geworden. Morgen meer hierover.
Op km 35 volgde mijn tweede stop, bij Sonja Boelaert en Luc in Zelzate. Zij hebben nu een hond: Umi, een kruising tussen een bordercollie en een herder. Een heel speels beestje, ik heb wel een keer of 15 de frisbee weggeworpen, maar Umi bleef hem onvermoeibaar terug aanbieden.
Daarna was het nog een 15 km tot camping Malpertuus in Lembeke. Net buiten Zelzate stuurde Komoot me via een fiets/wandelsteegje waarop je met de fiets bijna verongelukte of je banden beschadigde: met langwerpige zigzag betonribbels waarin je banden bleven steken. Wat een oen van een wegenbouwer.... Daarna ging het verder langs de Kapellekesroute, waar ik de 15de-eeuwse kapel van Stoepe passeerde met een Mariagrot waar je je, moest het koud geweest zijn, kunt warmen aan de talrijke kleurige kaarsjes die er brandden.
Meer over OLV van Stoepe kapel
Het is al de derde keer dat ik in camping Malpertuus verblijf tijdens een fundraising: in 2019 op weg naar Groot-Brittannië, in 2020 deel 1 rond België en nu. Ik moet toegeven dat het Waasland heel tof is met de fiets. Er zijn veel voormalige spoorbaantjes en vrijliggende fietspaden dwars door de velden of langs kanaaltjes. Te voet was het me hier wat te eentonig.
20 september: Lembeke - Blankenberge (58,35 km - 37 m klim)
Via Sint-Laureins, Aardenburg, Sluis, Sint- Anna ter Muiden, Knokke-Heist en Zeebrugge.
Iets na 10 uur was ik gepakt en vertrekkensklaar. Tegen het middaguur verwachtte ik in Sint-Laureins te zijn, om daar brood te kopen voor mijn lunch. Maar alles bleek er dicht, zelfs de krantenwinkel.
Dan maar doorgefietst, pal op een grensweg, naar Aardenburg, waar ik een verse dagsoep met brood kon bemachtigen.
In het centrum van dat dorpje passeerde ik 'Burgerweeshuis De Meiboom' uit de 17de eeuw. Het moest herhaaldelijk wegens geldgebrek zijn deuren sluiten. In 1929 werd het definitief gesloten wegens gebrek aan wezen. Het is nu van de Nederlandse Hervormde Gemeente.
Even verder reed ik door een oude Stadspoort.
In de winkelstraatjes van Sluis heerste een gezellige toeristische drukte. Ik was daar nog nooit geweest. Een oer-Hollandse sfeer. Het Belfortmuseum was gesloten op maandag.
Even verder reed ik langs het gehuchtje Sint-Anna ter Muiden. Gehuchtje, 't is te zeggen... Sint-Anna ter Muiden heeft sinds de Middeleeuwen stadsrechten en dingt mee naar de titel van kleinste stad van Nederland (50 inwoners in 2006). Het is ook het meest Westelijk gelegen stadje van Nederland. Wat er nog overblijft van de Sint-Annakerk dateert uit de13de eeuw. Ooit was dat een grote kruiskerk.
Brailleliga vzw Ligue Braille asbl, Tijdschrift de wereldfietser / de vakantiefietser Grote Routepaden, #reisverslag, #reachoutforbrailleliga, #reachoutforacause, #fietstochtrondbelgie, #fietsen, #cyclingaroundbelgium