Vrijdag 4 nov: Elche - Torre de la Horadada (58,4 km - 420D+)
Vrijdag was ik eerst van plan om naar Murcia door te fietsen. Ik schreef donderdagavond acht Warm Showers adressen aan, maar had tegen vrijdagochtend nog geen enkele positieve reactie ontvangen. Daarom besloot ik toch maar terug naar de kust af te buigen, waar de campings nog open zijn voor overwinteraars. Ik bewaar het Spaanse binnenland voor de terugrit volgend jaar. Dan zal het ook wat langer licht blijven en is wildkamperen misschien een optie bij gebrek aan campings.
Het eerste gedeelte van de rit richting kust was heerlijk: via rustige wegen of sintelpaden door velden en moestuinen (huertas), langs een via verde naast het zoutmeer boven Torrevieja, en dit alles meestal zacht bergaf en opgeleukt door een onstuimige rugwind. Ik had veel geluk, fietsers in de andere richting moesten serieus zwoegen. Ik had mijn zwoeg-aandeel gisteren gehad.
Vanaf Torrevieja was de pret over: terug op een fietspad naast de drukke kustweg, met veel steile hellinkjes, stoplichten en ronde punten met nijdige borduurtjes voor fietsers. Zoveel gehots en gebots dat het ophangsysteem van een van mijn achterste Ortliebtassen loskwam en tegen mijn spaken schuurde. De eerste averij van deze tocht. Naast die drukke weg heb ik dit ad-hoc hersteld met een spanriem, morgen zoek ik in mijn materiaaltas een geschikte moer voor een duurzamer herstel.
Rond 18u kwam ik aan bij Camping La Monte. Toen de tent stond kon ik nog even genieten van een schitterende avondlucht.
Zondag 6 nov: Torre de la Horadada - Mazarrón (66,8 km - 580mD+)
Een vrij zware rit vandaag: 45 km vals plat gevolgd door een pas van 350 meter. Dit alles gekruid met een pittig tegenwindje: het zwoegen viel mij te beurt vandaag. Omdat ik wist dat er tegen het einde nog een pas kwam, freewheelde ik op een klein verzetje tegen de wind.
Het werd een binnenlandse route: ik liet Cartagena, hoewel naar het schijnt een interessante stad, links liggen omdat ik geen zin had om nog eens zo'n grote stad te moeten doorkruisen.
Geen slechte keuze: op deze rurale route door landbouwgebied was vrijwel geen verkeer. Een verademing na de drukke kustweg van eergisteren. Het voordeel van tegenwind is dat je dan langer van de route kunt genieten ...
Eerst fietste ik langs lelijke plastiekserres, daarna volgde een lang autovrij traject naast een betonnen irrigatiekanaal. Het irrigatiesysteem is hier bewonderenswaardig. Op mijn GPS zag ik dat ik regelmatig verhoogde waterreservoirs passeerde. De rivierbeddingen staan droog, maar toch spuit er water in de reservoirs en het kanaal.
Ik fotografeerde enkele gewassen die landbouwexpert Andy De Gryse misschien kan duiden.
Onderweg waren nergens zitbanken of muurtjes. Mijn lunch kon ik gelukkig nuttigen op een pleintje voor een hermitage van Johannes de Doper uit de 18de eeuw. Daar had blijkbaar een Halloweenfeest plaatsgevonden: het vuilbakje stak vol vuurwerkkokers. Zo dacht ik. Bij nader inzien bleken het kokers te zijn om schitterende aluminiumpapiertjes in het rond de strooien. Het pleintje lag er vol van. Moeilijk op te ruimen en dus even vervuilend als vuurwerk. "Made in China"...
Kort voordat ik aan de klim moest gaan beginnen was mijn watervoorraad fel geslonken. Ik moest wat kunnen bijvullen. Het is zondag en de schaarse café's onderweg waren dicht. In de huizen die ik passeerde was niemand thuis. Uiteindelijk vond ik een waterslang in een tuin. Ik was niet zeker of het drinkbaar kraanwater was, maar goot voor de zekerheid toch maar een litertje in mijn waterzak.
En natuurlijk: 3 km verder passeerde ik een restaurantje. Soit, een frisdrank en wat rust waren ook welgekomen voor de pas.
De rit naar de pas was pittig: 50 minuten aan 6km/uur in de kleinste versnelling. Maar de beloning bij het ronden van de pas was adembenemend: de diep-oranje ondergaande zon achter opeenvolgende rijen heuvelruggen. Zo mooi.
De afdaling was lang en snel. Ik arriveerde bij valavond in de camping. Goede timing voor het fietsen, maar de tent opstellen en koken moest in het donker met het koplampje.
Dinsdag 8 nov: Mazarrón - Águilas (55,1 km - 700D+)
Een rit met bloedmooie stukken vandaag. Het aantal foto’s is dan ook navenant.
Voor en na Mazarrón liggen uitgestrekte zandstranden. In de stad is ook een toffe camperplaats op een uitstekend landtongetje in zee. Vlak naast het strand en bij de toeristische boulevard met de restaurantjes. Een goede ligging.
Na het haventje van Mazarrón sloot ik aan op Eurovelo-8, een grindweg langs de Sierra de las Morreras, een vrij zwaar en hobbelig maar machtig mooi traject. De foto’s spreken voor zich. De grindweg bleef befietsbaar, er waren gelukkig niet veel losliggende keien. Ik heb wel compassie met mijn trouwe gele Kringwinkelfiets, die soms amechtig kreunde wanneer het pad wat groffer werd. Een smal paadje een kleine meter boven het mulle zandstrand was wel wat nip bemeten voor fietsers, maar ik geraakte erlangs gesukkeld. Onderweg zag ik een grote hagedis, inclusief staart ongeveer 20 cm, de weg oversteken.
Op dit pad kwam ik ook een Duitse fietster tegen die 100 km/dag afknotst. Komende vrijdag moet ze in Malaga zijn, 300 km op 4 dagen. Straffe madam, chapeau! Ze reed wel zonder kampeergerief en op een trekkingfiets met een heel klein verzetje, dat scheelt wel wat.
Aan het einde van deze route stonden, over een lengte van ongeveer 1500 meter veel wildkamperende campervans, vrij en blij vlak naast het strand en velen in het blootje de zee in.
Daarna werd het terug asfalt en dook ik opnieuw in de ‘Mar de plástico’ - plastic zee van serres (kassen).
Terug op de grote baan wachtte me een klim tot 440 meter hoogte. Een stevige Ardennenheuvel vanaf zeeniveau.
De afdaling bracht me in het Parque Regional Cabo Cope y Puntas de Calnegre. In de rossige heuvels die ik eerst doorkruiste werden eertijds koper en ijzer gewonnen.
Daarna had ik tot Águilas een breed fietspad. Ondertussen was het al aan het schemeren. Toen ik het strand van Águilas bereikte, werd ik ter afsluiting van een zware rit getrakteerd op een schilderachtige avondlucht.
Donderdag 10 nov: Águilas - Mojácar (46,3 km - 490D+)
Gisteravond passeerde er een zwaar onweer met veel bliksem en donder en zware regenval. Het zal de natuur goed gedaan hebben! Camping Bellavista Águilas Murcia España heeft gelukkig een mooie gemeenschappelijke zitruimte waar ik de storm kon uitzitten. En mijn tentje heeft het onweer goed doorstaan, alles was droog binnen.
Na de laatste vaarwel gesprekken met enkele campinggasten en een foto voor de Facebookpagina van de camping toog ik op weg langs een rustige kustweg met fantastische zichten op de ruwe kustlijn en liefelijke baaitjes tussen de rotsen. Enkele kilometers voorbij de camping was ik in Andalusië, de meest zuidelijke provincie van Spanje.
Een recente urbanisatie in het toeristische dorpje San Juan de Terreros is iets frisser en vrolijker dan sommige woonkazernes meer in het noorden.
Kort daarna passeerde ik verschillende ‘cala’s’ (kreken), waarvan sommige met ruïnes van een vroegere siderurgische industrie: de Cala de las Conchas met ruïnes van hoogovens voor ijzer dat aangevoerd werd vanuit de achterliggende Sierra Almagrera en dan over zee weggevoerd werd. De kolen voor de hoogovens werden dan weer aangevoerd via de zee. En iets verder de restanten van een zilvermijn. Die industrieën waren operationeel tot 1900.
In Villaricos nam ik een lunchpauze in een restaurantje zodat ik vanavond niet hoef te koken.
Daarna ging het verder langs de iets drukkere kustweg via Garrucha tot enkele kilometers voorbij Mojácar, met op het einde nog een steile klim tot de camping. Er kwamen weer dreigende wolken opzetten, maar gelukkig bleef de vlaag uit om de tent op te stellen en te eten. En dan gingen de hemelsluizen weer heel heftig open. Voor morgen wordt ook wat regen voorspeld.
Vrijdag 11 nov: Mojácar
De regen begon gisteravond rond 22 uur met sloten uit de hemel te stromen. Even later kwamen er donder en bliksem bij, en dat natuurfeestje bleef, met enkele onderbrekingen, voortduren tot ongeveer 6 uur vanmorgen. Op camping Cueva Negra hoor je geen straatlawaai -- dat is vrij uitzonderlijk voor de kust -- maar nu zorgde het weer voor het nodige gebulder.
De tarp die ik gisteren geïnstalleerd had omdat er regen voorspeld was, heeft het niet gehouden en lag tegen de grond. De heftige windstoten rukten een haring uit de grond, die na de overvloedige regenval veel zachter geworden is. De haringen van mijn tentje hebben het gelukkig wel gehouden.
Vanmorgen was het terug droog en heb ik de tarp opnieuw geïnstalleerd en overal dubbele haringen gestoken en er nog eens zware stenen boven op gelegd. Het weerbericht is nu weer gunstiger, maar je weet nooit....
In de namiddag wandelde ik een eind over een rotspad zo'n 20 meter boven de beukende zee. Vandaag was die geen gezapig zwembadje meer zoals de voorgaande weken.
Nazarene rots
Er is ook een legende verbonden aan dit pad. Toen de Mena ijzermijn in deze regio nog operationeel was, zaten eens een groepje mijnwerkers op het pad te lunchen, toen er plots een rotsblok boven hen afbrak en naar beneden denderde. Ze maakten zich uit de voeten en toen ze achterom keken om te zien wat er gebeurd was, zagen ze dat de rots op een platform vlak achter hen tot stilstand was gekomen. Anders zouden ze zijn verbrijzeld. De rots had de vorm van een Nazarene, een biddende Christusfiguur. De mijnwerkers beschouwden dit als een mirakel en sindsdien is de rots gekend als de ‘Nazarene rots’.
Morgen staat me een rit met +800 hoogtemeters te wachten naar de eerstvolgende camping. Ik hoop dat het een rustigere nacht wordt dan gisteren.
Zaterdag 12 nov: Mojácar - Los Escullos ( 59,2 km - 920 D+)
Het beloofde een zware tocht te worden met veel klimwerk. Ik ben goed op tijd vertrokken om hopelijk niet in het donker te moeten fietsen. De wegen zijn hier niet verlicht en dan moet ik het stellen met mijn (zwak) fietslicht en een hoofdlampje.
Gelukkig was dit niet nodig, ik genoot van een hoogst aangename rugwind en vorderde wonderwel. De eerste twee steile heuvels tot het uitzichtpunt 'La Granatilla' kon ik telkens in één trek doen, met alleen een ruststop tussen de twee.
Daarna volgde een lange en steile afdaling tot de baai waar, op een droomlocatie weliswaar, een illegaal gebouwd hotel staat: in het beschermde natuurgebied Cabo de Gata en bovendien veel te dicht bij de zee. De burgemeester gaf de toestemming -- er zou iets aan zijn vingers zijn blijven kleven. Een Spaans koppel waarmee ik op de pas stond zei dat alcaldes (burgemeesters) wanneer ze aantreden met een Seatje rijden en aan het einde van hun ambtstermijn met een dikke Mercedes. Greenpeace spande 10 jaar geleden een rechtszaak aan om het gedrocht terug af te breken. Dat proces loopt nog steeds en al die tijd staat het gedrocht te verkrotten.
Na deze baai was het even klimmen naar de baai van Carboneras, een vrij groot stadje dat zijn naam ontleent aan de vroegere steenkoolindustrie in deze contreien. Het was te vroeg om daar al iets te eten, maar bij een bakker kon ik terecht voor een koffietje met iets zoets.
In het centrum bracht ik een kort bezoek aan het Castillo de San Andrés, gebouwd in de 16de eeuw ter verdediging van de kust. Volgens de website van 'Turismo Andalucia' lag dit gebouw aan de oorsprong van Carboneras. Momenteel worden er amforen verkocht gemaakt door plaatselijke pottendraaiers die men dan in zee aan een versneld verouderingsproces onderwerpt zodat ze er als oorspronkelijke amforen gaan uitzien die eeuwen op de zeebodem hebben gelegen. De kleintjes kosten enkele tientallen euros, voor een grote van 60 cm moet je rond de 500€ neertellen.
Na Carboneras klom ik naar het uitzichtpunt 'Playa de los Muertos' (dodenstrand). Dit overigens paradijselijke strand heet niet zo omdat hier zelfmoordkandidaten van de kliffen naar beneden springen, maar omdat zeestromingen ervoor zorgen dat schipbreukelingen op dit strand aanspoelen. Sommige van de kustrotsen zijn bovendien vulkanisch van oorsprong en zwart van kleur, wat het geheel nog wat luguberder maakt.
Vanaf Agua Amarga volgde een lange, golvende plaatselijke weg door het dorre hinterland tot het dorpje Fernan Pérez, waar nog een gemeenschappelijke wasplaats was. Dat stuk fietste fijn dankzij de sterke rugwind. Na de afdaling na Fernan Peréz dacht ik dat ik het ergste wel achter de rug had en dat ik zou kunnen stoefen dat ik heel het traject had afgelegd zonder de fiets te moeten duwen, maar dat was zonder de allerlaatste klim gerekend naar het uitkijkpunt 'Mirador de la Amatista'. Daar zat over 300 meter een onwelvoeglijk steil stuk in waarop ik zelfs te voet om de 50 meter even moest halthouden omdat mijn kuiten anders in de kramp zouden schieten. Gelukkig was het maar over 300 meter. Vanaf het uitzichtpunt zie je in de verte de twee ‘Los Dos Frailes’ (de twee monniken) uitgedoofde vulkanen. En dan was het voornamelijk bergaf of vlak tot camping Los Escullos.
's Avonds zag ik op het Facebookprofiel van Marleen Taekels dat zij vandaag ook op deze camping was gearriveerd en dus stuurde ik haar een berichtje dat ik er ook was. Wat een toeval, alweer, na de eerste hoogst toevallige ontmoeting met mijn ex-collega Magda Heeffer, die eind oktober vier dagen op citytrip was in Valencia.
Dinsdag 15 nov: Los Escullos-Almería (40,5 km - 280 D+)
Niet veel te vertellen over de rit van vandaag. Het beloofde een makkelijke tocht te worden met slechts +200 hoogtemeters, voornamelijk tijdens de eerste 5 km. Het werd wegens de sterke tegenwind uiteindelijk een zware ‘stomproute’ aan een gemiddelde snelheid van amper 11km/uur.
Na Pozo de los Frailes, het laatste dorpje in het Cabo de Gato natuurgebied, bevond ik me opnieuw op een eentonige, drukkere weg tussen de plastiekserres. Bij iedere vrachtwagen die langs scheerde moest ik me t.g.v. windturbulenties goed schrap zetten om stuur te houden en geen meter lager in een keiengreppel te belanden.
Naarmate de dag vorderde, nam de wind nog in heftigheid toe. In een dor en boomloos natuurgebied waarvan ik de naam niet meer terugvind kreeg hij volledig vrij spel. Daarna moest ik 5 km naast de luchthaven, ook een immense vlakte.
In het nogal verlaten kustdorpje Costacabana was gelukkig één taverne open. Een beetje rust uit de wind was welgekomen. Van daar was het nog 10 km naar Almería via een mooi fietspad vlak naast de zee. Heerlijk fietsen zou het geweest zijn, zonder die vermaledijde wind. De kite surfers, daarentegen, bleken dan weer heel tevreden met de wind en het woelige zeetje. Zo zie je maar….
China verwoest de Tibetaanse cultuur en traditie in Tibet. Die kan enkel overleven via Tibetaanse kloosters in het buitenland. Ik fiets voor het Tashi Lhunpo klooster in Bylakuppe, India. Help de Tibetanen in ballingschap hun bedreigde cultuur te bewaren met een gift via de donatiepagina https://www.reachoutforacause.org/ik-help of via een gewone bankoverschrijving op rek nr BE63 8918 7405 7108 van Reach Out vzw met vermelding 'Tibet'
Dank - Thuk ye she
Alle #cyclingfortibet etappes tot vandaag: https://www.komoot.nl/.../-cycling-for-tibet-summer-2022
#CostaBlanca #cyclingforTibet #KeepTibetCultureAlive #reachoutforTibet #humanrightsforall #SaveTibet #FreeTibet
Klik op een van onderstaande links voor meer info:
International Campaign for Tibet Europe - Freedom for Tibet - Campaign for Tibet - International Campaign for Tibet Deutschland e.V. - Lights on Tibet - TibetNews - Free Tibet - Tibetan Community in Belgium - Reach Out for a Cause