Orleans: Geschiedenis, cultuur en gezellige ambiance

22-23-24 augustus: stadsbezoek aan Orléans

Er ligt nog een lange weg voor me. Om het te kunnen volhouden denk ik dat het me goed doet af en toe mijn zinnen te verzetten, weg van het fietsen. Daarom besloot ik twee dagen/drie nachten in Orleans te blijven. Ik ben Orleans al dikwijls met de wagen gepasseerd, maar had de stad nog nooit bezocht.

Eigenlijk was ik naar hier gekomen om een Tibetaans centrum te bezoeken, maar de telefoon werd niet opgenomen en op het uur van de aangekondigde groepsmeditatie gaf er ook niemand thuis. Het centrum is blijkbaar in een oude kerk gevestigd, langs buiten viel er niets Tibetaans op te merken.

Ik logeerde op B&B basis in de duplex flat van Christel, de verantwoordelijke van de jeugdherberg. Dat kwam goedkoper uit omdat er in de jeugdherberg alleen nog maar tweepersoonskamers beschikbaar waren. Ik had er alle voorzieningen die je normaal thuis ook hebt. Christel stak zelfs enkele van mijn kledingstukken mee in haar wasmachine 🙏🏻.

Orleans beviel me. Het oude centrum is goed bewaard en alle bezienswaardigheden liggen op wandelafstand. Er zijn veel gezellige terrasjes en ook enkele ‘strandbars’ op de oever van de Loire, die wegens het warme weer allemaal goed vol zaten. ‘s avonds heerste er een gezellige ambiance.

Image
kathedraal Orleans_2
Lichtspektakel op de kathedraal

Wat me opviel was de netheid. Zelfs in de late namiddag lag er in drukke winkelstraten geen papiertje op de grond. In de kleinere achterstraatjes trouwens ook niet.

Ik kuierde veel ronden fotografeerde enkele fraaie, maar soms ook de minder fraaie taferelen in de stad. Verder bezocht ik de Cathédrale Sainte-Croix, het Hôtel Groslot en het museum voor schone kunsten. Er zijn nog interessante musea in de stad, zoals het huis van Jeanne d'Arc en het Musée-Mémorial des enfants du Vel d'Hiv, over drie interneringskampen uit de tweede wereldoorlog in respectievelijk Pithiviers, Jargeau en Beaune-la-Rolande, van waaruit Joden en 'ongewensten', geïnterneerd en naar Auschwitz getransporteerd werden. Dat laatste museum had ik nog graag bezocht, maar ik spendeerde te veel tijd in het museum voor schone kunsten.

De kathedraal is een van de vijf grootste in Frankrijk. De twee torens zijn 86 meter hoog. Er wordt een stukje bewaard van het heilig kruis waaraan Jezus stierf, vandaar de naam. Ze werd gebouwd tussen 1287 en 1829, maar onder de vloer werden nog restanten van oudere kerken gevonden. Op 8 mei 1429 kwam Jeanne d’Arc er bidden en er is aan haar ook een aparte kapel gewijd met haar standbeeld.

Het Hôtel Groslot dateert uit de 16de eeuw. Van 1790 tot 1981 deed het dienst als Stadhuis van Orleans. Zeven zalen zijn gratis te bezichtigen, waaronder de vergaderzaal van de gemeenteraad, het kantoor van de burgemeester en de trouwzaal.

Het Museum voor Schone Kunsten herbergt een grote collectie kunst uit de 17de, 18de en 19de eeuw van voornamelijk Franse kunstenaars. In het souterrain vind je een kleine collectie kunst uit de 20ste eeuw, bijna allemaal van kunstenaars die mij onbekend waren. Er liep ook een tijdelijke tentoonstelling van het werk van de Duitse hedendaagse expressionistische schilder/beeldhouwer Markus Lüpertz. Op verschillende locaties in de stad stonden ook beelden van hem opgesteld.

Kortom, Orleans is zeker een bezoek waard, maar na twee dagen rondslenteren in de hitte, was ik vanochtend toch blij dat ik terug op mijn fiets kon stappen. Mission accomplished.

Bekijk alle foto's in één oogopslag