16 juli - bezoek aan Derry
Tegen halftien trok ik naar het Museum of Free Derry om meer te weten te komen over de voorgeschiedenis en gebeurtenissen van Bloody Sunday waarover Eddie (13 juli, Cappry/Ballybofey) me verteld had. Om 10 uur kon ik mee met een rondleiding met uitleg over de muurschilderingen in de buurt van het museum.
De gids, John Mc Kinney, is de jongere broer van William Mc Kinney, die op de parking van het huidige museum op Bloody Sunday (30 januari 1972) door Britse paratroopers doodgeschoten werd. 27 jaar was hij. William was video-amateur en hij filmde de burgerrechtenbetoging vanaf het begin. Op een gegeven moment schiet zijn camera enkel nog beelden van de grond, en daarna is het gedaan. Dit waren de laatste beelden die William maakte toen hij vluchtte. Kort daarna lag hij dood op de grond, op de plek waar op een van mijn foto's een witte wagen geparkeerd staat, voor de gevel van het museum. De film en de videocamera worden getoond in het museum. De strepen op de voorgevel van het museum op die foto zijn de Soundwave van 'We Shall Overcome' dat tijdens de mars gezongen werd. Alle 13 slachtoffers vielen in de onmiddellijke omgeving van het museum, daarom werd het op die locatie gebouwd.
De geschiedenisles en de vele feiten die ik vandaag gepresenteerd kreeg, zijn te veel om hier uit de doeken te doen. Die hou ik voor mijn lezingen indien er groepen zouden zijn die in dit aspect van mijn Ierlandreis geīnteresseerd zijn.
Toch enkele markante gegevens: De omwalde oude binnenstad werd begin 17de eeuw gebouwd door Britse protestantse settlers op een moerassig gebied naast de rivier Foyle. De inheemse Ierse katholieken mochten zich niet binnen de muren vestigen, zij moesten genoegen nemen met de 'bogs' (moerassen) errond. Vandaar de naam 'bogside' voor de wijken waar de rellen plaatsvonden.
Die systematische discriminatie van de, met de vlucht naar de steden sinds de 19de eeuw, katholieke meerderheid (gebrekkige huisvesting, alleen stemrecht voor huiseigenaars in gemanipuleerde kiesdistricten - jerrymandering - en jobdiscriminatie) werd doorgetrokken tot de 20ste eeuw en leidde uiteindelijk tot de burgerrechtenstrijd eind jaren '60, geïnspireerd door de acties van Martin Luther King in de VS.
Groot Brittannië schaarde zich altijd aan de zijde van de Unionisten en verspreidde een onwaar verhaal over de moorden van -- volgens GB gewapende -- burgers, maar in realiteit onschuldige mensenrechtenbetogers, om de paratroopers en hun militaire leiding uit de wind te zetten.
Het comité van families van slachtoffers -- onder wie onze gids John -- voerde jarenlang campagne om de ware feiten boven te krijgen en slaagde hierin. Na een tweede onderzoek dat 12 jaar duurde, gaf de toenmalige Britse Eerste Minister David Cameron in 2010 toe dat alle slachtoffers onschuldig waren en bood zijn excuses aan voor feiten die nooit hadden mogen gebeuren.
Edoch: slechts een Britse officier en een soldaat (soldier F) worden ter verantwoording geroepen. De rol van de politieke en militaire elite bleef/ blijft onderbelicht. Het comité van nabestaanden blijft hierover verder procederen.
Soldier F vermoordde vier betogers, onder wie de broer van onze gids John. Het proces begint in augustus en zal minstens twee jaar duren. John kijkt ernaar uit en leeft momenteel in grote spanning over het verloop en uiteindelijke verdict.