15 juni: Opoeteren - Vucht/Maasmechelen (13,93 km)
Zoals verwacht een mooie tocht vandaag. Eerst door uitgestrekte glooiende velden, daarna door het Lanklaarder bos, met ook mooie stukjes heidegebied. Het bos wordt doorkliefd door een oud spoorlijntje.
In de zonovergoten velden is het heet, maar daar vond ik wel geregeld een paarden- of koeienwei met een drinkwaterbak waarin ik mijn pet met halsdoek kon onderdompelen. In een woonwijk mocht ik mijn pet dan weer onder het gietersproeisel van een vriendelijke mevrouw houden die haar bloemetjes aan het verzorgen was. Zo houd ik het hoofd koel.
In camping Salamander is het standaard tenttarief voor 2 personen. Omdat ik maar alleen ben, kreeg ik ter compensatie een drankje naar keuze aangeboden. Correcte houding, op veel plaatsen word je als soloreiziger benadeeld.
Over mij op de camping staan drie Nederlanders, twee mannen en een vrouw. De mannen gaan te voet met dagrugzak van Rotterdam naar Aken, in dagetappes van een 20-tal km. De vrouw volgt met een Ford Transit busje en zorgt voor alle logistiek. Wegens de hitte zagen de stappers er goed afgepeigerd uit toen ze op de camping arriveerden.
Morgen staat ons nog een warmere dag te wachten. Ik ga tot Zutendaal, geen superlange strek, en probeer heel vroeg te vertrekken. Dan zal het het mooist zijn op de 'Mechelse Hei', het eerste gedeelte van mijn traject. Kijk er al naar uit. Hopelijk geraak ik tijdig uit mijn slaapzak.
Mijn eten is bijna op, dus morgen een lichtere rugzak, dat valt ook mee met de voorspelde hitte. In Zutendaal kan ik opnieuw proviand inslaan.
16 juni: Vucht - Zutendaal (16,05 km)
Uit camping Salamander stapte ik recht de prachtige Mechelse Hei in. Wegens de hitte ben ik al om 6u45 gestart, maar in de hei heb ik me niet bepaald gehaast. Het is er 's ochtends vroeg zo rustig en mooi. Om de E314 over te geraken moest ik een eind over een verhard maar autovrij fietspad. De E314 is in de Mechelse Heide een jammerlijke geluidsstoorzender bij zuidenwind. Je hoort het verkeersgeraas kilometers ver.
Aan de overkant had ik dus veel minder last van het lawaai. Daar wandelde ik eerst langs de zuidelijke omheining van de Zutendaal luchtmachtbasis, en maakte daarna, ondanks het 'keer nu om' gejammer van Komoot, een omwegje langs het 'Monasterium van Betlehem'.
Dat blijkt het fameuze klooster van Opgrimbie te zijn dat daar na het overlijden van koning Boudewijn in 1999 op een koninklijk domein gebouwd werd, in navolging van zijn wilsbeschikking, maar in overtreding met de wet omdat het terrein in een wettelijk beschermd natuurgebied ligt (zie https://nl.m.wikipedia.org/.../Koninklijk_Domein_van...). Volgens Wikipedia is het geschil is nog steeds niet opgelost.
Ik dacht dat dit een vrouwenklooster was, maar ik zag toch duidelijk een pater een ochtendwandeling maken aan de andere zijde van de omheining... Het stuk bos met mooie graspaden dat daarop volgde was hemels rustig, groen en koel. Zeker een omweg waard.
Rond 14 uur arriveerde ik in de prachtige tuin bij Ludo in Maria in Zutendaal.
Intermezzo: Kniepijn
Sinds een tweetal dagen begon ik een belemmerende, soms stekende pijn aan mijn rechterknie te voelen. Na rust was het telkens wat beter, maar de pijn stak steeds sneller opnieuw de kop op. In de heuvelende hei merkte ik op dat de pijn verdween bij het heuvelopwaarts lopen. Ik probeerde die tred op vlak terrein na te bootsen en merkte dat de pijn weg bleef wanneer ik zacht op de hiel landde en dan de voet mooi helemaal afrolde.
Met mijn zware rugzak stapte ik blijkbaar anders dan normaal, met een redelijke harde landing meteen op de middenvoet. Die 'klappen' zijn blijkbaar heel belastend voor de knieën. De resterende 10 km heb ik me mindfull geconcentreerd op zachte hiellanding en goede afrol, en de kniepijn was foetsie. Een test of je het goed doet is geluidloos stappen over beton of asfalt. Ik hoop dat deze tip het ongemak van mensen met een chronische kniepijn ook mag verzachten.
17 juni: Zutendaal - Hoeselt (16,56 km)
Geen spannende of wetenswaardige verhalen vandaag. Wegens de verwachte hitte was ik om zeven uur vertrekkensklaar. Via een paadje achterin de tuin van Ludo en Maria geraakte ik rechtstreeks op een bospad dat achter de tuinen van de huizen liep, zonder 1 meter asfalt te moeten betreden. Daarna ging het, op enkele kruisingen van wegen na, volledig over bospaden tot aan de brug over het Albertkanaal. Ik kruiste het Natuurgebied Hesselberg, een gevarieerd landschap met ook een aantal heel natte stukken met vlonderpad.
Na een vijftal kilometers stak ik het kanaal over, en daarna volgden zes erg saaie en hete betonkilometers door Munsterbilzen en Bilzen. In bebouwde straten is er zelfs nauwelijks een briesje, wat het hittegevoel nog wat opdrijft. In Bilzen vond ik naast een kapelletje gelukkig een bank in de schaduw om even uit te blazen.
De laatste kilometers verliepen gelukkig terug over zandpaden door akkers waar de wind vrij spel had. Via een klein asfaltbaantje geraakte ik de E313 over..
Bij het binnenkomen van Hoeselt passeerde ik nog een kleurrijke bloemkwekerij.
Ondertussen was het al iets na twaalven. Op een rond punt groette ik twee arbeiders van de groendienst die de middaghitte trotseerden om de bloemperken op te schonen. Ik vroeg of ze bij deze hitte op dit uur van de dag geen job in de schaduw mochten doen. Voorlopig kan dat niet, maar binnenkort zouden ze vroeger mogen beginnen zodat ze om twee uur kunnen stoppen. Het is al nu al wel 10 dagen erg warm. Waarom wordt er zo traag omgeschakeld naar een 'hitteplan' voor gemeentearbeiders?
Toen was ik in de straat van Tania en Kris, twee vrienden uit Antwerpen die in 2015 naar Hoeselt verhuisden. De komende twee nachten slaap ik bij hen in een bed. Dat gaat nog eens goed doen na 14 dagen tentslapen. Een goed hoofdkussen is eigenlijk wat ik het meeste mis tijdens trektochten....
Tijdens mijn rustdag moest ik langs het postkantoor in het dorpscentrum en bracht ik een bezoekje aan Marc en Monique. Van 1985 tot 1999 waren Marc en ik collega's, het was een heel warm weerzien.
19 juni: Hoeselt - Lafelt-Riemst (17,82 km)
Vandaag een stapdag met veel zijsprongetjes en 'verhalen'. Van bij Tania en Kris stapte ik eerst een kilometer of drie 'dwars door Hoeselt'. Dat is geen klein dorpje... Vlak voorbij de E313 kon ik de Demervallei volgen via een mooi en lommerrijk paadje tot het Kasteel van Alden Biesen. Daar kon ik mijn pet een ik eerste keer deppen in de Demer. Door de pet aan het handvatlusje van mijn wandelstok te bevestigen geraakte ik makkelijk van een bruggetje tot in het water.
Alden Biesen is prachtig gerenoveerd. In de jaren '80 passeerde ik hier ooit met de fiets en toen waren nog delen gesloten t.g.v. de brand nu juist 50 jaar geleden. Het was nog maar 9 uur en de cafetaria aan de ingang was natuurlijk nog gesloten. Ik dropte mijn rugzak op het terras en wandelde 'licht' verder om enkele foto's te gaan nemen.
Wat een toevalstreffer! Op het tweede binnenplein voor het kasteel stonden 24 BMW Z1 oldtimer sportwagens opgesteld voor de start van 'Z1 on Tour', een tweedaagse tocht door Limburg. De eigenaars soigneren hun wagens alsof het hun kindjes zijn. Ik hoorde twee mannen bediscussiëren hoe ze enkele minieme krasjes in het koetswerk best konden repareren. En de petjes van de chauffeurs zijn assorti met de kleur van hun wagen. Het gaat ver...
Na dit kleurrijke oponthoud dwarste ik het domein van Alden Biesen. Het achterste poortgebouw (17de-18de eeuw) staat op het hoogste punt van de omgeving. Van hier vertrokken vroeger zeven dreven die symbool stonden voor de zeven smarten. Daarvan bestaan er momenteel nog zes. Welke smart in de hedendaagse tijd het onderspit heeft moeten delven, moet ik nog eens nagaan.
Op het kerkhofje van Klein Spouwen kon ik mijn pet een tweede keer nat maken.
Na een heet stuk in volle zon draaide ik een hoek om en stond voor café Het Bierhuisje. Hubert Ardy (+80) is in dit huisje geboren, en sinds 33 jaar houdt zijn echtgenote er café. Hubert zelf was metser van beroep. Er hangen enkele schilderijen aan de muur die hij zelf maakte.
Toen hij jong was, begonnen zijn ouders met twee varkens. Daarvan werd er een verkocht, en van die opbrengst kochten ze dan twee biggen. En zo verder. Kippen, konijnen en schapen ontbraken natuurlijk ook niet. Die laatste mochten mee tussen de koeien van een naburige boer. Toen ging dat nog zo. Mijn en dijn was niet zo strak gescheiden.
Ik mocht mijn telefoon opladen en las ondertussen de krant. Dat was al enkele weken geleden ... Eigenlijk ben je veel geruster wanneer je al dat slechte nieuws niet leest. Mijn tweede tonic kreeg ik van het huis en het flyertje voor Straatverplegers vzw belandde op een goed zichtbare plek in het café. Zulke lieve mensen allemaal... Hartverwarmend.
Maar er moest verder gestapt worden. Al snel kwam er een nieuw oponthoud. Op een lang ruilverkavelingsbaantje zag ik een groep arbeiders, voornamelijk vrouwen, aan het werk op een reusachtig aardbeienveld. Ze zaten op hun knieën de vruchtjes te plukken. Ik vroeg of ik een foto mocht maken en ging wat dichter. Het waren allemaal Bulgaren, waardoor we meer op gebarentaal en aanwijzen moesten terugvallen om te communiceren.
Ze beginnen 's ochtends om 5 uur en werken door tot 13 uur. Zondag rustdag. Hoewel zij in geen al te gemakkelijke houding en in volle zon zaten te plukken, werd er toch goed leut geschept en gelachen. Jammer dat ik hen niet verstond. Een van de vrouwen stond op en schonk me een bakje knalrode aardbeien. Zo lief. Ik schreef mijn naam op een papiertje zodat ze de foto's van Facebook kunnen plukken. Zij trokken ook nog een foto van mij. En dan moest er verder gestapt worden.
Een eind verderop stond een zitbank in een omhaagd inhammetje onder een inlandse eik, met een wijds uitzicht over de glooiende Haspengouwse velden. Het ideale schaduwplekje om een deel van de aardbeien, die in een zakje aan de buitenkant van mijn rugzak hingen te bengelen, op te eten. Zó lekker!
De ontmoeting met een eikenprocessierups die op mijn rugzak was gevallen, was minder aangenaam. Het was er gelukkig maar een, en geen kluwen zoals je soms ziet. Ik hield er geen jeuk aan over, oef.
Na nog een viertal kilometer door wijdse landschappen arriveerde ik bij Welcome to my Garden gastvrouw Maddy Jans in de Ierskruissstraat. Het Ierse Kruis wilde ik de volgende bezoeken.
20 juni: Lafelt-Riemst - Mescherhei (20,26 km)
De route vandaag was niet bepaald boeiend, op één erg speciale belevenis na die ik nog nooit eerder ervaren heb.
Het was eraan te merken dat het 's nachts stevig geregend had. Eens Lafelt voorbij stapte ik via een slijkerig pad naast het Albertkanaal, maar wel zo'n 20 meter hoger op de helling. Het pad was vrij smal en op plaatsen versperd met platgewaaide of -geregende braamdoornen en netels. Ik hoorde mountainbikers die erdoor moesten vloeken. Met mijn wandelstokken probeerde ik die prik- en schardinges dan maar zoveel mogelijk opzij te meppen. Dat doorbrak de eentonigheid van het stappen door een groene tunnel.
Tegenover het Fort Eben-Emael at ik een kleinigheidje in Moulin Loverix , een voormalige watermolen.
Tijd om het sterk beveiligde fort dat in WO II de Duitsers uit ons landje had moeten weren, had ik niet, maar van het 5-km lange onderaardse gangenstelsel heb ik een gedeelte kunnen meegenieten.
Net voorbij de parking verwees Komoot me naar een voetspoor links, dwars door een net ingezaaid maisveld. Dat vond ik raar, landbouwers hebben immers niet graag dat er over hun akkers gewandeld wordt.
Een buurtbewoner was in zijn tuin aan het werken en hij bevestigde dat het pad gebruikt mag worden. Het leidt naar de nogal verscholen ingang van een 1,7-km lange tunnel die de heuvel dwarst. Op Komoot had ik gezien dat er een lang, kaarsrecht gedeelte in de route zat, maar ik ging ervan uit dat dit een ravel, een voormalig spoorlijntje was. Niet dus.
De vriendelijke buurtbewoner zei dat er ook een alternatieve route over de heuvel was, maar vermits ik een koplampje bij had besliste ik eerst eens poolshoogte te gaan nemen in de (verkoelende) onderaardse gang. De temperatuur was in de namiddag immers weer de hoogte in geschoten. Hier lees je meer over mijn avontuur in de pikdonkere tunnel.
Toen ik terug in het daglicht stond, viel de warmte op me neer. 13° versus 28°, het is een serieus verschil.
500 meter verderop stak ik met een veer de Maas over en stond ik terug in Nederland, in het stemmige dorpje Eijsden. De Hollandse dorpjes, of althans hun historische kernen, zijn over 't algemeen veel gezelliger dan de onze... Dat is natuurlijk maar een opinie.
Vier kilometers verder bereikte ik camping Mescherhei, een heel nette, kleinschalige boerderijcamping met een moderne, kraakpropere infrastructuur aan een redelijke prijs voor tentkampeerders (15€).
Dit is weer een speciale dag in mijn leven die ik niet snel zal vergeten.