27 september: Le Perthus - Figueres (33,2 km - 130 D+)
Vanaf de grenspost bij Le Perthus volgde een lange afdaling tot La Jonquera. Daarna stuurde Komoot me over 2 km bergopwaarts naar de Pirinexus fietsroute. Die was die klim meer dan waard, ik fietste zonder autoverkeer door machtige landschappen.
Bij een herdershut stopte ik om iets te eten. Het was er zo rustig en stil, enkel natuurgeluiden en een wijds uitzicht op een vlakte met rotspartijen en de heuvels op de achtergrond. Puur genieten.
Sommige stukken van de Pirinexus liepen over ruwe gravel waarop ik slipte met mijn gepakte stadsfiets, maar die wandelde ik met veel plezier.
Onderweg passeerde ik de dorpen Capmany, waar een café met een terras open was (maar ik stopte niet), en Vilarnadal, met even buiten dat dorp het streng beveiligde Castell de Biart. Geen kasteeltje van een armlastig wijnboertje, zo te zien....
Ik passeerde ook enkele grote varkensstallen waaruit gekrijs van die arme opgehoopte varkens weerklonk. Dat vond ik niet aangenaam. Waarom blijven wij massa's varkensvlees consumeren en die intelligente dieren zoveel leed aandoen? Een varken heeft de intelligentie van een hond en is erg stressgevoelig. Waarom doen we hen dat aan?
28 september: Figueres- Girona (46,2 km - 520 D+)
Dinsdag wachtten me 45, volgens Komoot, zware kilometers. Ze zouden minder zwaar zijn indien ik heel de tijd de N11 volgde, maar dat is niet aangenaam fietsen. Indien de Komoot route té zwaar blijkt, kan ik nog altijd uitwijken naar de N11.
De eerste 20 km verliepen via de N11, en die was veel minder druk dan ik verwacht had. Daarna stuurde Komoot me een rustig landweggetje op, maar zoals verwacht werd ik meteen getrakteerd op steile klimmetjes. Ik volgde die weg een 10-tal kilometer, maar op een tweesprong met mogelijkheid om terug af te zwenken naar de N11, deed ik dat. Ik had niet goed geslapen en mijn benen raakten snel (over)vermoeid.
Op de N11 kreeg ik ook nog een lange, vrij zware helling te verteren.
Bij aankomst in hostal ‘una cama en Girona’ moest ik, voor de veiligheid, al mijn fietstassen én de fiets naar mijn slaapzaal op de eerste verdieping sleuren. Daarna was ik te moe om nog even bij daglicht de stad in te gaan. De kathedraal met het breedste schip ter wereld (22,5 meter) zal ik aan mij moeten laten voorbijgaan.
29 september: Girona - Sant-Hilari Sacalm (46,5 km - 900 D+)
Als ik woensdag tot in Sant Hilari Sacalm wil geraken, moet ik 900 hoogtemeters slikken. Komoot kwalificeerde de route als ‘zwaar’. GoogleMaps beschreef dezelfde route als ‘voornamelijk vlak. Welke app houdt mij voor de gek?!
GoogleMaps, zo bleek de laatste 20km. Het eerste gedeelte tot Angèls verliep via een ‘via verde’ in de vallei van de Riu Ter. In Angèls ging ik een koffie drinken en de barman waarschuwde me dat vanaf nu de weg steil omhoog zou gaan, en hij wees met zijn platte hand een beangstigende hellingsgraad aan.
Ik wisselde na Angèls inderdaad van rivier: niet meer de gezapige Riu Ter, maar nu de snelstromende Riera d’Osor, met een veel groter verval. En de rijweg ernaast dus ook veel steiler. Ik moest heel de klim naar Sant Hilari vooraan op mijn kleinste blad fietsen, maar tot Osor bijna nooit in de kleinste versnelling. Comfortabel klimmen dus. Bovendien heb ik het gevoel dat ik op kronkelende bergwegen meer energie heb dan in vlaktes. Geen idee waaraan dit zou kunnen liggen: het klaterende water enkele meters lager, de rotswanden langszij, de beschaduwde weg?
Vanaf Osor, met nog 16 km te gaan, werd het plots wel veel steiler en moest ik helemaal naar het kleinste viteske terugschakelen. De weg steeg nu ook naar meer dan 100 meter boven de rivierbedding. Gelukkig waren de laatste 10 kilometers minder steil omdat de weg nog maar een 30-tal meter onder de bergkam lag. Dat was niet alleen weldadig de benen, maar ook voor het aftellen van de kilometers, want 16 km aan 6 km per uur, daar doe je wel even over.
Dat GoogleMaps deze laatste 16 klimkilometers als ‘voornamelijk vlak’ aangeeft is totaal van de pot gerukt. Elektrofietsers zorgen maar beter dat hun batterij goed geladen is voordat ze aan dit stuk beginnen.
De laatste 3 kilometer kreeg ik nog een plensbui over me heen, zodat ik goed opgefrist in Sant Hilari aankwam. Er was al heel de dag een regenkans van 70/80% voorspeld, dus ik mag niet klagen. Het is hier nu (22u) trouwens nog maar 9 graden er erg mistig. De ligging op 800 meter hoogte zal daar wel iets mee te maken hebben.
30 september, Sant Hilari Sacalm- Viladrau (17,7 km - 380 D+)
Ven. Kalden van het Nalanda klooster in Saint-Georges Labastide had me aangeraden in Viladrau het Tushita meditatiecentrum te bezoeken. Vorige week nam ik een kijkje op hun website en zag dat ze dit weekend nog plaatsen hadden voor een stilte meditatieweekend. Omdat ik normaal in de herfst altijd een stilteweek(end) volg, schreef ik me meteen in. Vandaar de twee niet voorziene vrij zware ‘klimritten’ van vandaag en gisteren. Viladrau ligt op 821 meter hoogte.
Tussen Sant Hilari en hier moest ik tot een hoogte van 1000 meter klimmen. Vanop het hoogste punt kon ik de Middellandse Zee zien.
Er zijn in deze regio heel veel natuurlijke bronnen. Onderweg passeerde ik twee grote bronwaterfabrieken: Fontvella en Font d’or. En ik passeerde ook een bronnetje om mijn eigen drinkbus te vullen.
Toen ik in Viladrau arriveerde kreeg ik opnieuw een bui over me heen. Da’s al de tweede dag op rij. Ik was nog een uur te vroeg om aan te melden bij Tushita en duikelde in een hotel om de tijd en regen even te doden.
Seffens begint de stilte, dan zal het op Facebook ook even stil worden.
Tot maandag!
3 oktober, Viladrau - Canet de Mar (79,9 km - 500 D+)
Vannacht heb ik nog in Tushita meditatiecentrum mogen overnachten, zodat ik maandag in één trek tot de kust kon fietsen. Uit dankbaarheid kuiste in onze badkamer en slaapzaal op de tweede verdieping, zodat vrijwilligster Alfonsina woensdag minder werk heeft.
De GPS gaf een rit van 1000 meter dalen en slechts 300 klimmen aan. Ik verwachtte me dus aan een vlotte neerwaartse rit.
Het begin draaide enigszins anders uit. Ik moest nog een eindje hoger dan Tushita klimmen, en na enkele honderden meters asfalt veranderde de weg in een losse grindweg met verschrikkelijke steile en, voor mijn fiets, slipperige gedeeltes die tot een ‘Mas de Marti’ zou leiden. Ik was al een eind gestegen, dus terugkeren zag ik niet zitten. Het werd door deze zure appel heen omhoog duwen. De uitzichten op het Montseny massief maakten wel veel goed. Na een drietal kilometer bereikte ik een rijbaan en zou de aangename afdaling beginnen, zo dacht ik.
Gedurende enkele kilometers werd dit bewaarheid, ik zat op een baan die me naar de Font de Viladrau bracht, opnieuw een grote bronwaterfabriek die in handen is van Nestlé. En bij die fabriek eindigde het asfalt en kon ik terug een slechte grindweg op, nu gelukkig een dalende variant. Ik kon echter niet fietsend genieten van de afdaling, want mijn fiets schoof onderuit bij het afremmen. Het werd opnieuw wandelen gedurende een tweetal kilometer. De laatste kilometers van deze grindweg waren vlakker en hier kon ik terug de fiets op, tot aan een baancafé waar ik vrijdag ook gepasseerd was.
En hier begon dan eindelijk de lang verhoopte afdaling, over zomaar eventjes 12 kilometer tot Arbúcies. Met een prachtig uitzicht op de bergen.
Na een koffietje in Arbúcies ging het verder zacht bergaf tot Hostalric. Dan was het mooie liedje voorbij. Opnieuw druk en luidruchtig verkeer en een eind verderop een stevige helling met wind tegen. Het kan niet altijd feest zijn.
Na Tordera kon ik verder via een fietsroute over een sintelpad en was ik van het drukke verkeer verlost , tot ik de kust bereikte bij Malgrat de Mar. Wat een spuuglelijke kust hier. Eigenlijk nog erger dan in België. Een vrij drukke kustweg naast een spoorlijn en daarachter het strand. Rijen dik megahotels, appartementsgebouwen en daartussen brolwinkels, eettenten en discotheken. Mijn God, wie wil hier zijn vakantie doorbrengen? Massatoerisme op zijn meest verwoestend. Van de oorspronkelijke kustdorpen zie je niks meer.
En dan had ik nog een farce voor met de camping die ik zondag gecontacteerd had. Ik kwam er om 18:30 aan. Bleek die toch tegen een heel steile heuvel te liggen. De kampeerplaatsen lagen helemaal bovenaan. Daar geraakte ik met een gepakte fiets onmogelijk op. De mevrouw van de receptie beaamde dat. Waarom liet ze me dit niet weten? Ik had gezegd dat ik met de fiets reisde.
Ik verwachtte niet veel problemen om een andere camping te vinden want de baan lag er dik mee bezaaid. Maar de ene na de andere bleek dicht. Uiteindelijk kon ik in Canet de Mar, 9 km verder, vlak voor de sluiting van de receptie terecht op camping del Toro Azul. Die ligt vlak tegen het strand, geprangd tussen de kustweg en het spoor. Die trein rijdt hier letterlijk over het strand.
Ik zal vannacht mijn oordoppen maar insteken…
4 oktober: Canet de Mar - Mataró (8,24 km - 40D+)
In de vorige kustcamping ben ik weggevlucht. De trein reed bijna over mijn tent. Het gedender drong zelfs door mijn beste oordopjes. En de kampeerplekken lagen benauwend dicht bij elkaar, ook niet tof om rustig wat voor je tent te zitten.
Acht kilometer verderop, vlak voor Mataró, vond ik een rustigere camping die achter de kustweg en spoorlijn ligt en dieper landinwaarts uitstrekt. Ik vroeg een plekje helemaal achteraan, waar ik geen last heb van het verkeerslawaai.
En het is hier voorlopig ook nog weer om een plonske te doen.
Hier blijf ik tot vrijdag, dan fiets ik verder naar Barcelona. Het gaat even wat stiller worden op Facebook, tenzij er over Mataró iets te vertellen valt.
7 oktober: Mataró - Barcelona (33,8 km -270 D+)
Over deze rit valt niets te vertellen, behalve dat de route bijna heel de tijd de drukke NII volgde.
Ik was met Mar en Paul, voormalig voorzitter van Ehipassiko, om 12 uur in een vegan restaurant in Barcelona afgesproken en moest me een beetje haasten om er op tijd te geraken.
Rond 8 uur begon het te druppelen, en toen ik iets over negenen vertrekkensklaar stond, was het stevig aan het regenen.
Ik had de avond tevoren met fietsers Alain en Christine afgesproken dat we ‘s ochtends een foto met de gepakte fietsen zouden nemen. Mijn telefoon lag nog te laden aan een elektriciteitspaal een 20-tal meter van mijn tent. Ik pakte de telefoon om de foto te nemen, nam afscheid van Alain en Christine en ging daarna de laatste dingetjes verder inpakken.
Iets over twaalven arriveerde ik kliedernat aan het restaurantje waar we waren afgesproken.
Toen ik wat later bij Mar en Paul mijn telefoon verder wilde opladen, was de kabel zoek. Na een reconstructie van mijn ochtendhandelingen besefte ik dat die nog aan de laadpaal in de camping hing.
Ik was van plan hem met de bus te gaan halen, maar belde eerst even om te verifiëren of hij er nog lag. De supervriendelijke receptioniste beaamde dat, maar zei dat ik niet helemaal hoefde terug te komen. Zij zou de kabel meegeven met de laatste busdienst van de camping die om 19 uur nog een lading campingtoeristen ging ophalen in de stad. Ik hoefde alleen maar 5 km te fietsen tot de halte van de bus in het stadscentrum.
Hartelijk bedankt voor deze fantastische service, Camping Barcelona!