5 dec: Foute zwoegwandeling naar top Campanilles heuvel, maar de voorzienigheid was me toch ook welgezind.
Voor vandaag had ik een rondwandeling naar de top van de Campanilles heuvel (572 meter) gepland. Ik had een route uitgestippeld op Komoot en om 9:45 trok ik met dagrugzak en wandelstokken op pad. De tocht bedroeg 17 km en werd door Komoot als 'zwaar' beoordeeld. Het wordt hier om 18 uur donker, dus ik had voor de zekerheid mijn hoofdlampje mee. En een powerbank want mijn oude telefoon loopt snel leeg tijdens het navigeren.
Na 5 km langs de kust en door olijfgaarden begon het pad steil te klimmen. Aan de 'Font de la Parra' bron -- die kurkdroog stond -- moest ik afzwenken naar Campanilles. Nog twee kilometer, dus ik was van plan om daar mijn lunchpakket te nuttigen.
Dat was buiten mijn roekeloze dommigheid gerekend. De bewegwijzering op de geaccidenteerde klim was niet goed meer. Op een gegeven moment stond ik op een tweesprong zonder de vertrouwde geel-witte markeringen. Het pad links leek recht in een donkere kloof te duiken. Rechts ging het over een keienpad bergop en daar ontwaardde ik enkele steenhoopjes. Dus ik sloeg naar rechts af. Na enkele honderden meters liep het pad uit op een brede en erg steile strook steenslag.
Ik kreeg wat honger en besloot eerst iets te eten voor ik hieraan begon. Ik checkte op Komoot of ik nog juist zat, want eigenlijk vond ik die steenslag gevaarlijk en onverantwoord om een wandelaar over te jagen. Wanneer de de keitjes onder je voeten beginnen te schuiven, ben je vertrokken... Komoot vond mijn juiste positie niet en volgens het kaartje zat ik dicht bij het pad. Dus ik klom verder, zoveel mogelijk aan de rand van de steenslag om me aan struiken te kunnen vasthouden, en dikwijls op handen en voeten wanneer ik weinig houvast had. Ik wist het: dit is gevaarlijk. Ik had op mijn lunchplek rechtsomkeer moeten maken, maar de steenhoopjes hogerop deden me vermoeden dat ik daar terug op een beter begaanbaar pad zou komen. Niets daarvan. Na een honderdtal meter klimmen over steenslag kwam ik op vastere bodem en geraakte ik, me een weg banend door het struikgewas en dwergsteeneikjes, op de bergkam. Daar verwachtte ik een pad... tweede keer niets daarvan. Enkel puntige rotspieken waar ik al klauterend langs moest. Op de kam werd ik wel getrakteerd op een mooi panorama rondom rond, met zicht op de schiereiland-gemeente Peñiscola in het noorden.
Op de bergkam had Komoot terug bereik en zag ik dat het lokale GR pad twee hoogtelijnen lager liep! Ik zat veel te hoog en had op de tweesprong zonder routeaanduidingen waarschijnlijk het linkerpad moet volgen. Ik moest proberen af te dalen, maar tot overmaat van ramp was de bergwand onder me begroeid met dicht struikgewas. Op sommige stukken geraakte ik volledig verward in nijdige doorntwijgen die zich tussen de bremstruiken of steeneikjes slingerden. Het huilen stond me soms nader dan het lachen. Ondertussen was het ook al na 13 uur en ik had nog maar eenderde van de volledige route afgelegd. Toen ik na ongeveer een half uur zwoegen door het struikgewas plots het pad opmerkte, was de opluchting groot!
Twintig minuten later stond ik op de top van de Campanilles, waar vier Spaanse wandelaars zaten die in de tegenrichting wandelden. Ik vroeg hen info over de route om te beslissen of ik zou verder gaan of op mijn stappen terugkeren, langs het juiste pad wel te verstaan. Ik had geen zin om in het donker nog in die heuvels te zitten, zelfs met een hoofdlampje. Er zaten geen echt moeilijke stukken meer in het traject, en na vier kilometer werd het zelfs een grindweg die geschikt is voor wagens. Ik wandelde verder tot een tweesprong waar ik de keuze had: 5 km het gemakkelijke pad volgen, langs de Santa Lucía hermitage tot Alcossebre, en dan nog +3 km langs het kustpad naar de camping. Of een afdaling van 3 km naar het kustpad, en dan nog een tweetal kilometer kustpad.
Ik koos de kortere optie en werd na enkele honderden meters grindweg getrakteerd op een pittige afdaling langs een smal paadje. Hier geraakte ik ook even van het pad, maar dit maal maakte ik rechtsomkeer wanneer ik zag dat het te moeilijk werd. De voorzienigheid was me nu heel welgezind! Toen ik de plek naderde waar ik een afslag gemist had, zag ik het oranje zakje met mijn GSM-tripodje aan een tak bengelen. Het zat in een zijzakje van mijn rugzak en de lus had zich vastgehaakt zonder dat ik iets merkte. Wat een geluk.
Toen de schemering begon in te vallen, stond ik op een twee-spoorsweg in een olijfgaard, en een klein half uurtje later stond ik in de camping. Het hoofdlampje heb ik niet nodig gehad.
Onder de douche merkte ik dat mijn benen serieus geschramd waren. Maar mijn trekkingbroek had het gehouden.