13 april: Stadsbezoek Cáceres
Vandaag neem ik een rustdag in Cáceres en heb ik tijd voor een bezoek aan het oude stadscentrum.
Ik struinde eerst naar de Plaza Mayor met zijn vele terrassen en bars onder gewelfde galerijen en de Torre de Bujaco en Arco de Estrella. Deze laatste geeft toegang tot het historische stadscentrum. De zijmuren van de Arco de Estrella hebben geen hoeken van 90 graden. Ze lopen schuin opdat koetsen de bocht zouden kunnen nemen naar de smalle straat die vlak naast de stadsmuur loopt en naar het belangrijke Castillo de Arquijuela leidt.
Meteen achter de Arco liggen de 'Concatedral' de Santa Maria en het bisschoppelijk paleis. De conkathedraal, die zijn status deelt met de kathedraal van Coria die in hetzelfde bisdom ligt, heeft een mudejar-fundering uit de 13e eeuw en werd gebouwd in de 15e-16e eeuw in gotische stijl met een renaissancetoren. Op een van de hoeken staat een beeld van San Pedro de Alcántara, wiens tenen blijkbaar veel gestreeld worden. San Pedro is de patroonheilige van het bisdom Coria-Cáceres.
Vervolgens liep ik langs de ontheiligde San Francisco Javier kerk die nu een museale functie heeft, langs diverse paleizen en het museum met zijn zeer goed bewaard gebleven Arabische waterkelder. Het museum heeft een kleine collectie hedendaagse kunst waarvan ik erg heb genoten, met grote namen als Picasso, Miró, Tapies, Saura … maar ik fotografeerde slechts één abstract schilderij dat ik bijzonder mooi vond, van de mij onbekende kunstenaar Fernando Zóbel (1924-84).
Ik sloot mijn stadswandeling af met een bezoek aan het piepkleine en intieme ‘Arabisch huis’ museum.
Dat was genoeg rondstruinen voor één ochtend: tijd voor lunch en siësta.
's Avonds kon ik kiezen tussen een bezoek aan een kunststichting voor moderne kunst of een toneelstuk in Teatro Capitol dat om 19 uur begon. Ik koos voor het laatste: De begrafenis van de kerselaars, een satiro-filosofisch toneelstuk van Nicolás Paz Alcalde.